Vervoeging van inhakken

Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik hak in
    • jij hakt in
    • hij/zij/het hakt in
    • wij hakken in
    • jullie hakken in
    • zij hakken in
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik hakte in
    • jij hakte in
    • hij/zij/het hakte in
    • wij hakten in
    • jullie hakten in
    • zij hakten in
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb ingehakt
    • jij hebt ingehakt
    • hij/zij/het heeft ingehakt
    • wij hebben ingehakt
    • jullie hebben ingehakt
    • zij hebben ingehakt
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had ingehakt
    • jij had ingehakt
    • hij/zij/het had ingehakt
    • wij hadden ingehakt
    • jullie hadden ingehakt
    • zij hadden ingehakt
  • Toekomende tijd I

    • ik zal inhakken
    • jij zult inhakken
    • hij/zij/het zal inhakken
    • wij zullen inhakken
    • jullie zullen inhakken
    • zij zullen inhakken
  • Toekomende tijd II

    • ik zal ingehakt hebben
    • jij zult ingehakt hebben
    • hij/zij/het zal ingehakt hebben
    • wij zullen ingehakt hebben
    • jullie zullen ingehakt hebben
    • zij zullen ingehakt hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou inhakken
    • jij zou inhakken
    • hij/zij/het zou inhakken
    • wij zouden inhakken
    • jullie zouden inhakken
    • zij zouden inhakken
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben ingehakt
    • jij zou hebben ingehakt
    • hij/zij/het zou hebben ingehakt
    • wij zouden hebben ingehakt
    • jullie zouden hebben ingehakt
    • zij zouden hebben ingehakt
  • Imperatief

    • jij hak in
    • jullie hakt in

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van inhakken