Vervoeging van inkuilen
Onbepaalde wijs (infinitief): inkuilen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik kuil in
- jij kuilt in
- hij/zij/het kuilt in
- wij kuilen in
- jullie kuilen in
- zij kuilen in
Present
- I oppose
- you oppose
- he/she/it opposes
- we oppose
- you oppose
- they oppose
Onvoltooid verleden tijd
- ik kuilde in
- jij kuilde in
- hij/zij/het kuilde in
- wij kuilden in
- jullie kuilden in
- zij kuilden in
Simple past
- I opposed
- you opposed
- he/she/it opposed
- we opposed
- you opposed
- they opposed
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb ingekuild
- jij hebt ingekuild
- hij/zij/het heeft ingekuild
- wij hebben ingekuild
- jullie hebben ingekuild
- zij hebben ingekuild
Present perfect
- I have opposed
- you have opposed
- he/she/it has opposed
- we have opposed
- you have opposed
- they have opposed
Voltooid verleden tijd
- ik had ingekuild
- jij had ingekuild
- hij/zij/het had ingekuild
- wij hadden ingekuild
- jullie hadden ingekuild
- zij hadden ingekuild
Past perfect
- I had opposed
- you had opposed
- he/she/it had opposed
- we had opposed
- you had opposed
- they had opposed
Toekomende tijd I
- ik zal inkuilen
- jij zult inkuilen
- hij/zij/het zal inkuilen
- wij zullen inkuilen
- jullie zullen inkuilen
- zij zullen inkuilen
Future
- I will oppose
- you will oppose
- he/she/it will oppose
- we will oppose
- you will oppose
- they will oppose
Toekomende tijd II
- ik zal ingekuild hebben
- jij zult ingekuild hebben
- hij/zij/het zal ingekuild hebben
- wij zullen ingekuild hebben
- jullie zullen ingekuild hebben
- zij zullen ingekuild hebben
Future perfect
- I will have opposed
- you will have opposed
- he/she/it will have opposed
- we will have opposed
- you will have opposed
- they will have opposed
Conditionalis I
- ik zou inkuilen
- jij zou inkuilen
- hij/zij/het zou inkuilen
- wij zouden inkuilen
- jullie zouden inkuilen
- zij zouden inkuilen
Conditional present
- I would oppose
- you would oppose
- he/she/it would oppose
- we would oppose
- you would oppose
- they would oppose
Conditionalis II
- ik zou hebben ingekuild
- jij zou hebben ingekuild
- hij/zij/het zou hebben ingekuild
- wij zouden hebben ingekuild
- jullie zouden hebben ingekuild
- zij zouden hebben ingekuild
Conditional perfect
- I would have opposed
- you would have opposed
- he/she/it would have opposed
- we would have opposed
- you would have opposed
- they would have opposed
Imperatief
- jij kuil in
- jullie kuilt in
Imperative
- you oppose
- you oppose