Vervoeging van inpikken

Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik pik in
    • jij pikt in
    • hij/zij/het pikt in
    • wij pikken in
    • jullie pikken in
    • zij pikken in
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik pikte in
    • jij pikte in
    • hij/zij/het pikte in
    • wij pikten in
    • jullie pikten in
    • zij pikten in
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb ingepikt
    • jij hebt ingepikt
    • hij/zij/het heeft ingepikt
    • wij hebben ingepikt
    • jullie hebben ingepikt
    • zij hebben ingepikt
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had ingepikt
    • jij had ingepikt
    • hij/zij/het had ingepikt
    • wij hadden ingepikt
    • jullie hadden ingepikt
    • zij hadden ingepikt
  • Toekomende tijd I

    • ik zal inpikken
    • jij zult inpikken
    • hij/zij/het zal inpikken
    • wij zullen inpikken
    • jullie zullen inpikken
    • zij zullen inpikken
  • Toekomende tijd II

    • ik zal ingepikt hebben
    • jij zult ingepikt hebben
    • hij/zij/het zal ingepikt hebben
    • wij zullen ingepikt hebben
    • jullie zullen ingepikt hebben
    • zij zullen ingepikt hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou inpikken
    • jij zou inpikken
    • hij/zij/het zou inpikken
    • wij zouden inpikken
    • jullie zouden inpikken
    • zij zouden inpikken
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben ingepikt
    • jij zou hebben ingepikt
    • hij/zij/het zou hebben ingepikt
    • wij zouden hebben ingepikt
    • jullie zouden hebben ingepikt
    • zij zouden hebben ingepikt
  • Imperatief

    • jij pik in
    • jullie pikt in

Verwijzingen

Bekijk 2 definitie(s) van inpikken