Vervoeging van invluchten

Onbepaalde wijs (infinitief): invluchten

Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik vlucht in
    • jij vlucht in
    • hij/zij/het vlucht in
    • wij vluchten in
    • jullie vluchten in
    • zij vluchten in
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik vluchtte in
    • jij vluchtte in
    • hij/zij/het vluchtte in
    • wij vluchtten in
    • jullie vluchtten in
    • zij vluchtten in
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik ben ingevlucht
    • jij bent ingevlucht
    • hij/zij/het is ingevlucht
    • wij zijn ingevlucht
    • jullie zijn ingevlucht
    • zij zijn ingevlucht
  • Voltooid verleden tijd

    • ik was ingevlucht
    • jij was ingevlucht
    • hij/zij/het was ingevlucht
    • wij waren ingevlucht
    • jullie waren ingevlucht
    • zij waren ingevlucht
  • Toekomende tijd I

    • ik zal invluchten
    • jij zult invluchten
    • hij/zij/het zal invluchten
    • wij zullen invluchten
    • jullie zullen invluchten
    • zij zullen invluchten
  • Toekomende tijd II

    • ik zal ingevlucht zijn
    • jij zult ingevlucht zijn
    • hij/zij/het zal ingevlucht zijn
    • wij zullen ingevlucht zijn
    • jullie zullen ingevlucht zijn
    • zij zullen ingevlucht zijn
  • Conditionalis I

    • ik zou invluchten
    • jij zou invluchten
    • hij/zij/het zou invluchten
    • wij zouden invluchten
    • jullie zouden invluchten
    • zij zouden invluchten
  • Conditionalis II

    • ik zou zijn ingevlucht
    • jij zou zijn ingevlucht
    • hij/zij/het zou zijn ingevlucht
    • wij zouden zijn ingevlucht
    • jullie zouden zijn ingevlucht
    • zij zouden zijn ingevlucht
  • Imperatief

    • jij vlucht in
    • jullie vlucht in