Vervoeging van jet
Onbepaalde wijs (infinitief): to jet
Engels
Nederlands
Present
- he/she/it jets
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het gutst
Simple past
- he/she/it jetted
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het gutste
Present perfect
- he/she/it has jetted
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft gegutst
Past perfect
- he/she/it had jetted
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had gegutst
Future
- he/she/it will jet
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal gutsen
Future perfect
- he/she/it will have jetted
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal gegutst hebben
Conditional present
- he/she/it would jet
Conditionalis I
- hij/zij/het zult gutsen
Conditional perfect
- he/she/it would have jetted
Conditionalis II
- hij/zij/het zult hebben gegutst