Vervoeging van kadreren

Vertaling: to mount

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik kadreer
  • jij kadreert
  • hij/zij/het kadreert
  • wij kadreren
  • jullie kadreren
  • zij kadreren

Present

  • I mount
  • you mount
  • he/she/it mounts
  • we mount
  • you mount
  • they mount

Onvoltooid verleden tijd

  • ik kadreerde
  • jij kadreerde
  • hij/zij/het kadreerde
  • wij kadreerden
  • jullie kadreerden
  • zij kadreerden

Simple past

  • I mounted
  • you mounted
  • he/she/it mounted
  • we mounted
  • you mounted
  • they mounted

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gekadreerd
  • jij hebt gekadreerd
  • hij/zij/het heeft gekadreerd
  • wij hebben gekadreerd
  • jullie hebben gekadreerd
  • zij hebben gekadreerd

Present perfect

  • I have mounted
  • you have mounted
  • he/she/it has mounted
  • we have mounted
  • you have mounted
  • they have mounted

Voltooid verleden tijd

  • ik had gekadreerd
  • jij had gekadreerd
  • hij/zij/het had gekadreerd
  • wij hadden gekadreerd
  • jullie hadden gekadreerd
  • zij hadden gekadreerd

Past perfect

  • I had mounted
  • you had mounted
  • he/she/it had mounted
  • we had mounted
  • you had mounted
  • they had mounted

Toekomende tijd I

  • ik zal kadreren
  • jij zult kadreren
  • hij/zij/het zal kadreren
  • wij zullen kadreren
  • jullie zullen kadreren
  • zij zullen kadreren

Future

  • I will mount
  • you will mount
  • he/she/it will mount
  • we will mount
  • you will mount
  • they will mount

Toekomende tijd II

  • ik zal gekadreerd hebben
  • jij zult gekadreerd hebben
  • hij/zij/het zal gekadreerd hebben
  • wij zullen gekadreerd hebben
  • jullie zullen gekadreerd hebben
  • zij zullen gekadreerd hebben

Future perfect

  • I will have mounted
  • you will have mounted
  • he/she/it will have mounted
  • we will have mounted
  • you will have mounted
  • they will have mounted

Conditionalis I

  • ik zou kadreren
  • jij zou kadreren
  • hij/zij/het zou kadreren
  • wij zouden kadreren
  • jullie zouden kadreren
  • zij zouden kadreren

Conditional present

  • I would mount
  • you would mount
  • he/she/it would mount
  • we would mount
  • you would mount
  • they would mount

Conditionalis II

  • ik zou hebben gekadreerd
  • jij zou hebben gekadreerd
  • hij/zij/het zou hebben gekadreerd
  • wij zouden hebben gekadreerd
  • jullie zouden hebben gekadreerd
  • zij zouden hebben gekadreerd

Conditional perfect

  • I would have mounted
  • you would have mounted
  • he/she/it would have mounted
  • we would have mounted
  • you would have mounted
  • they would have mounted

Imperatief

  • jij kadreer
  • jullie kadreert

Imperative

  • you mount
  • you mount