Vervoeging van kosten
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het kost
- zij kosten
Present
- he/she/it is
- they are
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het kostte
- zij kostten
Simple past
- he/she/it was
- they were
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft gekost
- zij hebben gekost
Present perfect
- he/she/it has been
- they have been
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had gekost
- zij hadden gekost
Past perfect
- he/she/it had been
- they had been
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal kosten
- zij zult kosten
Future
- he/she/it will be
- they will be
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal gekost hebben
- zij zult gekost hebben
Future perfect
- he/she/it will have been
- they will have been
Conditionalis I
- hij/zij/het zal kosten
- zij zullen kosten
Conditional present
- he/she/it would be
- they would be
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben gekost
- zij zullen hebben gekost
Conditional perfect
- he/she/it would have been
- they would have been