Vervoeging van leegblazen

Onbepaalde wijs (infinitief): leegblazen

Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik blaas leeg
    • jij blaast leeg
    • hij/zij/het blaast leeg
    • wij blazen leeg
    • jullie blazen leeg
    • zij blazen leeg
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik blies leeg
    • jij blies leeg
    • hij/zij/het blies leeg
    • wij bliezen leeg
    • jullie bliezen leeg
    • zij bliezen leeg
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb leeggeblazen
    • jij hebt leeggeblazen
    • hij/zij/het heeft leeggeblazen
    • wij hebben leeggeblazen
    • jullie hebben leeggeblazen
    • zij hebben leeggeblazen
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had leeggeblazen
    • jij had leeggeblazen
    • hij/zij/het had leeggeblazen
    • wij hadden leeggeblazen
    • jullie hadden leeggeblazen
    • zij hadden leeggeblazen
  • Toekomende tijd I

    • ik zal leegblazen
    • jij zult leegblazen
    • hij/zij/het zal leegblazen
    • wij zullen leegblazen
    • jullie zullen leegblazen
    • zij zullen leegblazen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal leeggeblazen hebben
    • jij zult leeggeblazen hebben
    • hij/zij/het zal leeggeblazen hebben
    • wij zullen leeggeblazen hebben
    • jullie zullen leeggeblazen hebben
    • zij zullen leeggeblazen hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou leegblazen
    • jij zou leegblazen
    • hij/zij/het zou leegblazen
    • wij zouden leegblazen
    • jullie zouden leegblazen
    • zij zouden leegblazen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben leeggeblazen
    • jij zou hebben leeggeblazen
    • hij/zij/het zou hebben leeggeblazen
    • wij zouden hebben leeggeblazen
    • jullie zouden hebben leeggeblazen
    • zij zouden hebben leeggeblazen
  • Imperatief

    • jij blaas leeg
    • jullie blaast leeg