Vervoeging van line

Engels

Nederlands

Present

  • I line
  • you line
  • he/she/it lines
  • we line
  • you line
  • they line

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik streep
  • jij streept
  • hij/zij/het streept
  • wij strepen
  • jullie strepen
  • zij strepen

Simple past

  • I lined
  • you lined
  • he/she/it lined
  • we lined
  • you lined
  • they lined

Onvoltooid verleden tijd

  • ik streepte
  • jij streepte
  • hij/zij/het streepte
  • wij streepten
  • jullie streepten
  • zij streepten

Present perfect

  • I have lined
  • you have lined
  • he/she/it has lined
  • we have lined
  • you have lined
  • they have lined

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gestreept
  • jij hebt gestreept
  • hij/zij/het heeft gestreept
  • wij hebben gestreept
  • jullie hebben gestreept
  • zij hebben gestreept

Past perfect

  • I had lined
  • you had lined
  • he/she/it had lined
  • we had lined
  • you had lined
  • they had lined

Voltooid verleden tijd

  • ik had gestreept
  • jij had gestreept
  • hij/zij/het had gestreept
  • wij hadden gestreept
  • jullie hadden gestreept
  • zij hadden gestreept

Future

  • I will line
  • you will line
  • he/she/it will line
  • we will line
  • you will line
  • they will line

Toekomende tijd I

  • ik zal strepen
  • jij zult strepen
  • hij/zij/het zal strepen
  • wij zullen strepen
  • jullie zullen strepen
  • zij zullen strepen

Future perfect

  • I will have lined
  • you will have lined
  • he/she/it will have lined
  • we will have lined
  • you will have lined
  • they will have lined

Toekomende tijd II

  • ik zal gestreept hebben
  • jij zult gestreept hebben
  • hij/zij/het zal gestreept hebben
  • wij zullen gestreept hebben
  • jullie zullen gestreept hebben
  • zij zullen gestreept hebben

Conditional present

  • I would line
  • you would line
  • he/she/it would line
  • we would line
  • you would line
  • they would line

Conditionalis I

  • ik zou strepen
  • jij zou strepen
  • hij/zij/het zou strepen
  • wij zouden strepen
  • jullie zouden strepen
  • zij zouden strepen

Conditional perfect

  • I would have lined
  • you would have lined
  • he/she/it would have lined
  • we would have lined
  • you would have lined
  • they would have lined

Conditionalis II

  • ik zou hebben gestreept
  • jij zou hebben gestreept
  • hij/zij/het zou hebben gestreept
  • wij zouden hebben gestreept
  • jullie zouden hebben gestreept
  • zij zouden hebben gestreept

Imperative

  • you line
  • you line

Imperatief

  • jij streep
  • jullie streept

Verwijzingen

Bekijk 8 definitie(s) van line