Vervoeging van matigen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik matig
- jij matigt
- hij/zij/het matigt
- wij matigen
- jullie matigen
- zij matigen
Present
- I economize
- you economize
- he/she/it economizes
- we economize
- you economize
- they economize
Onvoltooid verleden tijd
- ik matigde
- jij matigde
- hij/zij/het matigde
- wij matigden
- jullie matigden
- zij matigden
Simple past
- I economized
- you economized
- he/she/it economized
- we economized
- you economized
- they economized
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gematigd
- jij hebt gematigd
- hij/zij/het heeft gematigd
- wij hebben gematigd
- jullie hebben gematigd
- zij hebben gematigd
Present perfect
- I have economized
- you have economized
- he/she/it has economized
- we have economized
- you have economized
- they have economized
Voltooid verleden tijd
- ik had gematigd
- jij had gematigd
- hij/zij/het had gematigd
- wij hadden gematigd
- jullie hadden gematigd
- zij hadden gematigd
Past perfect
- I had economized
- you had economized
- he/she/it had economized
- we had economized
- you had economized
- they had economized
Toekomende tijd I
- ik zal matigen
- jij zult matigen
- hij/zij/het zal matigen
- wij zullen matigen
- jullie zullen matigen
- zij zullen matigen
Future
- I will economize
- you will economize
- he/she/it will economize
- we will economize
- you will economize
- they will economize
Toekomende tijd II
- ik zal gematigd hebben
- jij zult gematigd hebben
- hij/zij/het zal gematigd hebben
- wij zullen gematigd hebben
- jullie zullen gematigd hebben
- zij zullen gematigd hebben
Future perfect
- I will have economized
- you will have economized
- he/she/it will have economized
- we will have economized
- you will have economized
- they will have economized
Conditionalis I
- ik zou matigen
- jij zou matigen
- hij/zij/het zou matigen
- wij zouden matigen
- jullie zouden matigen
- zij zouden matigen
Conditional present
- I would economize
- you would economize
- he/she/it would economize
- we would economize
- you would economize
- they would economize
Conditionalis II
- ik zou hebben gematigd
- jij zou hebben gematigd
- hij/zij/het zou hebben gematigd
- wij zouden hebben gematigd
- jullie zouden hebben gematigd
- zij zouden hebben gematigd
Conditional perfect
- I would have economized
- you would have economized
- he/she/it would have economized
- we would have economized
- you would have economized
- they would have economized
Imperatief
- jij matig
- jullie matigt
Imperative
- you economize
- you economize