Vervoeging van meebouwen

Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik bouw mee
    • jij bouwt mee
    • hij/zij/het bouwt mee
    • wij bouwen mee
    • jullie bouwen mee
    • zij bouwen mee
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik bouwde mee
    • jij bouwde mee
    • hij/zij/het bouwde mee
    • wij bouwden mee
    • jullie bouwden mee
    • zij bouwden mee
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb meegebouwd
    • jij hebt meegebouwd
    • hij/zij/het heeft meegebouwd
    • wij hebben meegebouwd
    • jullie hebben meegebouwd
    • zij hebben meegebouwd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had meegebouwd
    • jij had meegebouwd
    • hij/zij/het had meegebouwd
    • wij hadden meegebouwd
    • jullie hadden meegebouwd
    • zij hadden meegebouwd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal meebouwen
    • jij zult meebouwen
    • hij/zij/het zal meebouwen
    • wij zullen meebouwen
    • jullie zullen meebouwen
    • zij zullen meebouwen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal meegebouwd hebben
    • jij zult meegebouwd hebben
    • hij/zij/het zal meegebouwd hebben
    • wij zullen meegebouwd hebben
    • jullie zullen meegebouwd hebben
    • zij zullen meegebouwd hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou meebouwen
    • jij zou meebouwen
    • hij/zij/het zou meebouwen
    • wij zouden meebouwen
    • jullie zouden meebouwen
    • zij zouden meebouwen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben meegebouwd
    • jij zou hebben meegebouwd
    • hij/zij/het zou hebben meegebouwd
    • wij zouden hebben meegebouwd
    • jullie zouden hebben meegebouwd
    • zij zouden hebben meegebouwd
  • Imperatief

    • jij bouw mee
    • jullie bouwt mee