Vervoeging van meeverhuizen

Onbepaalde wijs (infinitief): meeverhuizen

Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik verhuis mee
    • jij verhuist mee
    • hij/zij/het verhuist mee
    • wij verhuizen mee
    • jullie verhuizen mee
    • zij verhuizen mee
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik verhuisde mee
    • jij verhuisde mee
    • hij/zij/het verhuisde mee
    • wij verhuisden mee
    • jullie verhuisden mee
    • zij verhuisden mee
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb meegeverhuisd
    • jij hebt meegeverhuisd
    • hij/zij/het heeft meegeverhuisd
    • wij hebben meegeverhuisd
    • jullie hebben meegeverhuisd
    • zij hebben meegeverhuisd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had meegeverhuisd
    • jij had meegeverhuisd
    • hij/zij/het had meegeverhuisd
    • wij hadden meegeverhuisd
    • jullie hadden meegeverhuisd
    • zij hadden meegeverhuisd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal meeverhuizen
    • jij zult meeverhuizen
    • hij/zij/het zal meeverhuizen
    • wij zullen meeverhuizen
    • jullie zullen meeverhuizen
    • zij zullen meeverhuizen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal meegeverhuisd hebben
    • jij zult meegeverhuisd hebben
    • hij/zij/het zal meegeverhuisd hebben
    • wij zullen meegeverhuisd hebben
    • jullie zullen meegeverhuisd hebben
    • zij zullen meegeverhuisd hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou meeverhuizen
    • jij zou meeverhuizen
    • hij/zij/het zou meeverhuizen
    • wij zouden meeverhuizen
    • jullie zouden meeverhuizen
    • zij zouden meeverhuizen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben meegeverhuisd
    • jij zou hebben meegeverhuisd
    • hij/zij/het zou hebben meegeverhuisd
    • wij zouden hebben meegeverhuisd
    • jullie zouden hebben meegeverhuisd
    • zij zouden hebben meegeverhuisd
  • Imperatief

    • jij verhuis mee
    • jullie verhuist mee