Vervoeging van neerzakken

Onbepaalde wijs (infinitief): neerzakken

Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik zak neer
    • jij zakt neer
    • hij/zij/het zakt neer
    • wij zakken neer
    • jullie zakken neer
    • zij zakken neer
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik zakte neer
    • jij zakte neer
    • hij/zij/het zakte neer
    • wij zakten neer
    • jullie zakten neer
    • zij zakten neer
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik ben neergezakt
    • jij bent neergezakt
    • hij/zij/het is neergezakt
    • wij zijn neergezakt
    • jullie zijn neergezakt
    • zij zijn neergezakt
  • Voltooid verleden tijd

    • ik was neergezakt
    • jij was neergezakt
    • hij/zij/het was neergezakt
    • wij waren neergezakt
    • jullie waren neergezakt
    • zij waren neergezakt
  • Toekomende tijd I

    • ik zal neerzakken
    • jij zult neerzakken
    • hij/zij/het zal neerzakken
    • wij zullen neerzakken
    • jullie zullen neerzakken
    • zij zullen neerzakken
  • Toekomende tijd II

    • ik zal neergezakt zijn
    • jij zult neergezakt zijn
    • hij/zij/het zal neergezakt zijn
    • wij zullen neergezakt zijn
    • jullie zullen neergezakt zijn
    • zij zullen neergezakt zijn
  • Conditionalis I

    • ik zou neerzakken
    • jij zou neerzakken
    • hij/zij/het zou neerzakken
    • wij zouden neerzakken
    • jullie zouden neerzakken
    • zij zouden neerzakken
  • Conditionalis II

    • ik zou zijn neergezakt
    • jij zou zijn neergezakt
    • hij/zij/het zou zijn neergezakt
    • wij zouden zijn neergezakt
    • jullie zouden zijn neergezakt
    • zij zouden zijn neergezakt
  • Imperatief

    • jij zak neer
    • jullie zakt neer