Engels

Nederlands

Present

  • I note
  • you note
  • he/she/it notes
  • we note
  • you note
  • they note

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik bevind
  • jij bevindt
  • hij/zij/het bevindt
  • wij bevinden
  • jullie bevinden
  • zij bevinden

Simple past

  • I noted
  • you noted
  • he/she/it noted
  • we noted
  • you noted
  • they noted

Onvoltooid verleden tijd

  • ik bevond
  • jij bevond
  • hij/zij/het bevond
  • wij bevonden
  • jullie bevonden
  • zij bevonden

Present perfect

  • I have noted
  • you have noted
  • he/she/it has noted
  • we have noted
  • you have noted
  • they have noted

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb bevonden
  • jij hebt bevonden
  • hij/zij/het heeft bevonden
  • wij hebben bevonden
  • jullie hebben bevonden
  • zij hebben bevonden

Past perfect

  • I had noted
  • you had noted
  • he/she/it had noted
  • we had noted
  • you had noted
  • they had noted

Voltooid verleden tijd

  • ik had bevonden
  • jij had bevonden
  • hij/zij/het had bevonden
  • wij hadden bevonden
  • jullie hadden bevonden
  • zij hadden bevonden

Future

  • I will note
  • you will note
  • he/she/it will note
  • we will note
  • you will note
  • they will note

Toekomende tijd I

  • ik zal bevinden
  • jij zult bevinden
  • hij/zij/het zal bevinden
  • wij zullen bevinden
  • jullie zullen bevinden
  • zij zullen bevinden

Future perfect

  • I will have noted
  • you will have noted
  • he/she/it will have noted
  • we will have noted
  • you will have noted
  • they will have noted

Toekomende tijd II

  • ik zal bevonden hebben
  • jij zult bevonden hebben
  • hij/zij/het zal bevonden hebben
  • wij zullen bevonden hebben
  • jullie zullen bevonden hebben
  • zij zullen bevonden hebben

Conditional present

  • I would note
  • you would note
  • he/she/it would note
  • we would note
  • you would note
  • they would note

Conditionalis I

  • ik zou bevinden
  • jij zou bevinden
  • hij/zij/het zou bevinden
  • wij zouden bevinden
  • jullie zouden bevinden
  • zij zouden bevinden

Conditional perfect

  • I would have noted
  • you would have noted
  • he/she/it would have noted
  • we would have noted
  • you would have noted
  • they would have noted

Conditionalis II

  • ik zou hebben bevonden
  • jij zou hebben bevonden
  • hij/zij/het zou hebben bevonden
  • wij zouden hebben bevonden
  • jullie zouden hebben bevonden
  • zij zouden hebben bevonden

Imperative

  • you note
  • you note

Imperatief

  • jij bevind
  • jullie bevindt

Verwijzingen

Bekijk 5 definitie(s) van note