Vervoeging van ontvluchten

Onbepaalde wijs (infinitief): ontvluchten

Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik ontvlucht
    • jij ontvlucht
    • hij/zij/het ontvlucht
    • wij ontvluchten
    • jullie ontvluchten
    • zij ontvluchten
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik ontvluchtte
    • jij ontvluchtte
    • hij/zij/het ontvluchtte
    • wij ontvluchtten
    • jullie ontvluchtten
    • zij ontvluchtten
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik ben ontvlucht
    • jij bent ontvlucht
    • hij/zij/het is ontvlucht
    • wij zijn ontvlucht
    • jullie zijn ontvlucht
    • zij zijn ontvlucht
  • Voltooid verleden tijd

    • ik was ontvlucht
    • jij was ontvlucht
    • hij/zij/het was ontvlucht
    • wij waren ontvlucht
    • jullie waren ontvlucht
    • zij waren ontvlucht
  • Toekomende tijd I

    • ik zal ontvluchten
    • jij zult ontvluchten
    • hij/zij/het zal ontvluchten
    • wij zullen ontvluchten
    • jullie zullen ontvluchten
    • zij zullen ontvluchten
  • Toekomende tijd II

    • ik zal ontvlucht zijn
    • jij zult ontvlucht zijn
    • hij/zij/het zal ontvlucht zijn
    • wij zullen ontvlucht zijn
    • jullie zullen ontvlucht zijn
    • zij zullen ontvlucht zijn
  • Conditionalis I

    • ik zou ontvluchten
    • jij zou ontvluchten
    • hij/zij/het zou ontvluchten
    • wij zouden ontvluchten
    • jullie zouden ontvluchten
    • zij zouden ontvluchten
  • Conditionalis II

    • ik zou zijn ontvlucht
    • jij zou zijn ontvlucht
    • hij/zij/het zou zijn ontvlucht
    • wij zouden zijn ontvlucht
    • jullie zouden zijn ontvlucht
    • zij zouden zijn ontvlucht
  • Imperatief

    • jij ontvlucht
    • jullie ontvlucht

Verwijzingen

Bekijk 2 definitie(s) van ontvluchten