Vervoeging van ontzilten

Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik ontzilt
    • jij ontzilt
    • hij/zij/het ontzilt
    • wij ontzilten
    • jullie ontzilten
    • zij ontzilten
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik ontziltte
    • jij ontziltte
    • hij/zij/het ontziltte
    • wij ontziltten
    • jullie ontziltten
    • zij ontziltten
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb ontzilt
    • jij hebt ontzilt
    • hij/zij/het heeft ontzilt
    • wij hebben ontzilt
    • jullie hebben ontzilt
    • zij hebben ontzilt
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had ontzilt
    • jij had ontzilt
    • hij/zij/het had ontzilt
    • wij hadden ontzilt
    • jullie hadden ontzilt
    • zij hadden ontzilt
  • Toekomende tijd I

    • ik zal ontzilten
    • jij zult ontzilten
    • hij/zij/het zal ontzilten
    • wij zullen ontzilten
    • jullie zullen ontzilten
    • zij zullen ontzilten
  • Toekomende tijd II

    • ik zal ontzilt hebben
    • jij zult ontzilt hebben
    • hij/zij/het zal ontzilt hebben
    • wij zullen ontzilt hebben
    • jullie zullen ontzilt hebben
    • zij zullen ontzilt hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou ontzilten
    • jij zou ontzilten
    • hij/zij/het zou ontzilten
    • wij zouden ontzilten
    • jullie zouden ontzilten
    • zij zouden ontzilten
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben ontzilt
    • jij zou hebben ontzilt
    • hij/zij/het zou hebben ontzilt
    • wij zouden hebben ontzilt
    • jullie zouden hebben ontzilt
    • zij zouden hebben ontzilt
  • Imperatief

    • jij ontzilt
    • jullie ontzilt