Vervoeging van ophemelen
Onbepaalde wijs (infinitief): ophemelen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik hemel op
- jij hemelt op
- hij/zij/het hemelt op
- wij hemelen op
- jullie hemelen op
- zij hemelen op
Present
- I extol
- you extol
- he/she/it extols
- we extol
- you extol
- they extol
Onvoltooid verleden tijd
- ik hemelde op
- jij hemelde op
- hij/zij/het hemelde op
- wij hemelden op
- jullie hemelden op
- zij hemelden op
Simple past
- I extolled
- you extolled
- he/she/it extolled
- we extolled
- you extolled
- they extolled
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb opgehemeld
- jij hebt opgehemeld
- hij/zij/het heeft opgehemeld
- wij hebben opgehemeld
- jullie hebben opgehemeld
- zij hebben opgehemeld
Present perfect
- I have extolled
- you have extolled
- he/she/it has extolled
- we have extolled
- you have extolled
- they have extolled
Voltooid verleden tijd
- ik had opgehemeld
- jij had opgehemeld
- hij/zij/het had opgehemeld
- wij hadden opgehemeld
- jullie hadden opgehemeld
- zij hadden opgehemeld
Past perfect
- I had extolled
- you had extolled
- he/she/it had extolled
- we had extolled
- you had extolled
- they had extolled
Toekomende tijd I
- ik zal ophemelen
- jij zult ophemelen
- hij/zij/het zal ophemelen
- wij zullen ophemelen
- jullie zullen ophemelen
- zij zullen ophemelen
Future
- I will extol
- you will extol
- he/she/it will extol
- we will extol
- you will extol
- they will extol
Toekomende tijd II
- ik zal opgehemeld hebben
- jij zult opgehemeld hebben
- hij/zij/het zal opgehemeld hebben
- wij zullen opgehemeld hebben
- jullie zullen opgehemeld hebben
- zij zullen opgehemeld hebben
Future perfect
- I will have extolled
- you will have extolled
- he/she/it will have extolled
- we will have extolled
- you will have extolled
- they will have extolled
Conditionalis I
- ik zou ophemelen
- jij zou ophemelen
- hij/zij/het zou ophemelen
- wij zouden ophemelen
- jullie zouden ophemelen
- zij zouden ophemelen
Conditional present
- I would extol
- you would extol
- he/she/it would extol
- we would extol
- you would extol
- they would extol
Conditionalis II
- ik zou hebben opgehemeld
- jij zou hebben opgehemeld
- hij/zij/het zou hebben opgehemeld
- wij zouden hebben opgehemeld
- jullie zouden hebben opgehemeld
- zij zouden hebben opgehemeld
Conditional perfect
- I would have extolled
- you would have extolled
- he/she/it would have extolled
- we would have extolled
- you would have extolled
- they would have extolled
Imperatief
- jij hemel op
- jullie hemelt op
Imperative
- you extol
- you extol