Vervoeging van opstrijden

Onbepaalde wijs (infinitief): opstrijden

Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik strijd op
    • jij strijdt op
    • hij/zij/het strijdt op
    • wij strijden op
    • jullie strijden op
    • zij strijden op
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik streed op
    • jij streed op
    • hij/zij/het streed op
    • wij streden op
    • jullie streden op
    • zij streden op
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb opgestreden
    • jij hebt opgestreden
    • hij/zij/het heeft opgestreden
    • wij hebben opgestreden
    • jullie hebben opgestreden
    • zij hebben opgestreden
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had opgestreden
    • jij had opgestreden
    • hij/zij/het had opgestreden
    • wij hadden opgestreden
    • jullie hadden opgestreden
    • zij hadden opgestreden
  • Toekomende tijd I

    • ik zal opstrijden
    • jij zult opstrijden
    • hij/zij/het zal opstrijden
    • wij zullen opstrijden
    • jullie zullen opstrijden
    • zij zullen opstrijden
  • Toekomende tijd II

    • ik zal opgestreden hebben
    • jij zult opgestreden hebben
    • hij/zij/het zal opgestreden hebben
    • wij zullen opgestreden hebben
    • jullie zullen opgestreden hebben
    • zij zullen opgestreden hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou opstrijden
    • jij zou opstrijden
    • hij/zij/het zou opstrijden
    • wij zouden opstrijden
    • jullie zouden opstrijden
    • zij zouden opstrijden
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben opgestreden
    • jij zou hebben opgestreden
    • hij/zij/het zou hebben opgestreden
    • wij zouden hebben opgestreden
    • jullie zouden hebben opgestreden
    • zij zouden hebben opgestreden
  • Imperatief

    • jij strijd op
    • jullie strijdt op