Vervoeging van oversee
Onbepaalde wijs (infinitief): to oversee
Engels
Nederlands
Present
- I oversee
- you oversee
- he/she/it oversees
- we oversee
- you oversee
- they oversee
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik beheer
- jij beheert
- hij/zij/het beheert
- wij beheren
- jullie beheren
- zij beheren
Simple past
- I oversaw
- you oversaw
- he/she/it oversaw
- we oversaw
- you oversaw
- they oversaw
Onvoltooid verleden tijd
- ik beheerde
- jij beheerde
- hij/zij/het beheerde
- wij beheerden
- jullie beheerden
- zij beheerden
Present perfect
- I have overseen
- you have overseen
- he/she/it has overseen
- we have overseen
- you have overseen
- they have overseen
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb beheerd
- jij hebt beheerd
- hij/zij/het heeft beheerd
- wij hebben beheerd
- jullie hebben beheerd
- zij hebben beheerd
Past perfect
- I had overseen
- you had overseen
- he/she/it had overseen
- we had overseen
- you had overseen
- they had overseen
Voltooid verleden tijd
- ik had beheerd
- jij had beheerd
- hij/zij/het had beheerd
- wij hadden beheerd
- jullie hadden beheerd
- zij hadden beheerd
Future
- I will oversee
- you will oversee
- he/she/it will oversee
- we will oversee
- you will oversee
- they will oversee
Toekomende tijd I
- ik zal beheren
- jij zult beheren
- hij/zij/het zal beheren
- wij zullen beheren
- jullie zullen beheren
- zij zullen beheren
Future perfect
- I will have overseen
- you will have overseen
- he/she/it will have overseen
- we will have overseen
- you will have overseen
- they will have overseen
Toekomende tijd II
- ik zal beheerd hebben
- jij zult beheerd hebben
- hij/zij/het zal beheerd hebben
- wij zullen beheerd hebben
- jullie zullen beheerd hebben
- zij zullen beheerd hebben
Conditional present
- I would oversee
- you would oversee
- he/she/it would oversee
- we would oversee
- you would oversee
- they would oversee
Conditionalis I
- ik zou beheren
- jij zou beheren
- hij/zij/het zou beheren
- wij zouden beheren
- jullie zouden beheren
- zij zouden beheren
Conditional perfect
- I would have overseen
- you would have overseen
- he/she/it would have overseen
- we would have overseen
- you would have overseen
- they would have overseen
Conditionalis II
- ik zou hebben beheerd
- jij zou hebben beheerd
- hij/zij/het zou hebben beheerd
- wij zouden hebben beheerd
- jullie zouden hebben beheerd
- zij zouden hebben beheerd
Imperative
- you oversee
- you oversee
Imperatief
- jij beheer
- jullie beheert