Vervoeging van oxideren

Vertaling: oxydieren

Nederlands

Duits

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het oxideert
  • zij oxideren

Präsens Indikativ

  • er/sie/es oxydiert
  • sie oxydieren

Onvoltooid verleden tijd

  • hij/zij/het oxideerde
  • zij oxideerden

Präteritum Indikativ

  • er/sie/es oxydierte
  • sie oxydierten

Voltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het heeft geöxideerd
  • zij hebben geöxideerd

Perfekt Indikativ

  • er/sie/es hat oxydiert
  • sie haben oxydiert

Voltooid verleden tijd

  • hij/zij/het had geöxideerd
  • zij hadden geöxideerd

Plusquamperfekt Indikativ

  • er/sie/es hatte oxydiert
  • sie hatten oxydiert

Toekomende tijd I

  • hij/zij/het zal oxideren
  • zij zult oxideren

Futur I Indikativ

  • er/sie/es wird oxydieren
  • sie werden oxydieren

Toekomende tijd II

  • hij/zij/het zal geöxideerd hebben
  • zij zult geöxideerd hebben

Futur II Indikativ

  • er/sie/es wird oxydiert haben
  • sie werden oxydiert haben

Conditionalis I

  • hij/zij/het zal oxideren
  • zij zullen oxideren

Futur I Konjunktiv II

  • er/sie/es würde oxydieren
  • sie würden oxydieren

Conditionalis II

  • hij/zij/het zal hebben geöxideerd
  • zij zullen hebben geöxideerd

Futur II Konjunktiv II

  • er/sie/es würde oxydiert haben
  • sie würden oxydiert haben