Vervoeging van percoleren

Onbepaalde wijs (infinitief): percoleren

Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik percoleer
    • jij percoleert
    • hij/zij/het percoleert
    • wij percoleren
    • jullie percoleren
    • zij percoleren
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik percoleerde
    • jij percoleerde
    • hij/zij/het percoleerde
    • wij percoleerden
    • jullie percoleerden
    • zij percoleerden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb gepercoleerd
    • jij hebt gepercoleerd
    • hij/zij/het heeft gepercoleerd
    • wij hebben gepercoleerd
    • jullie hebben gepercoleerd
    • zij hebben gepercoleerd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had gepercoleerd
    • jij had gepercoleerd
    • hij/zij/het had gepercoleerd
    • wij hadden gepercoleerd
    • jullie hadden gepercoleerd
    • zij hadden gepercoleerd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal percoleren
    • jij zult percoleren
    • hij/zij/het zal percoleren
    • wij zullen percoleren
    • jullie zullen percoleren
    • zij zullen percoleren
  • Toekomende tijd II

    • ik zal gepercoleerd hebben
    • jij zult gepercoleerd hebben
    • hij/zij/het zal gepercoleerd hebben
    • wij zullen gepercoleerd hebben
    • jullie zullen gepercoleerd hebben
    • zij zullen gepercoleerd hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou percoleren
    • jij zou percoleren
    • hij/zij/het zou percoleren
    • wij zouden percoleren
    • jullie zouden percoleren
    • zij zouden percoleren
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben gepercoleerd
    • jij zou hebben gepercoleerd
    • hij/zij/het zou hebben gepercoleerd
    • wij zouden hebben gepercoleerd
    • jullie zouden hebben gepercoleerd
    • zij zouden hebben gepercoleerd
  • Imperatief

    • jij percoleer
    • jullie percoleert