Vervoeging van percoleren
Onbepaalde wijs (infinitief): percoleren
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik percoleer
- jij percoleert
- hij/zij/het percoleert
- wij percoleren
- jullie percoleren
- zij percoleren
Present
- I perk
- you perk
- he/she/it perks
- we perk
- you perk
- they perk
Onvoltooid verleden tijd
- ik percoleerde
- jij percoleerde
- hij/zij/het percoleerde
- wij percoleerden
- jullie percoleerden
- zij percoleerden
Simple past
- I perked
- you perked
- he/she/it perked
- we perked
- you perked
- they perked
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gepercoleerd
- jij hebt gepercoleerd
- hij/zij/het heeft gepercoleerd
- wij hebben gepercoleerd
- jullie hebben gepercoleerd
- zij hebben gepercoleerd
Present perfect
- I have perked
- you have perked
- he/she/it has perked
- we have perked
- you have perked
- they have perked
Voltooid verleden tijd
- ik had gepercoleerd
- jij had gepercoleerd
- hij/zij/het had gepercoleerd
- wij hadden gepercoleerd
- jullie hadden gepercoleerd
- zij hadden gepercoleerd
Past perfect
- I had perked
- you had perked
- he/she/it had perked
- we had perked
- you had perked
- they had perked
Toekomende tijd I
- ik zal percoleren
- jij zult percoleren
- hij/zij/het zal percoleren
- wij zullen percoleren
- jullie zullen percoleren
- zij zullen percoleren
Future
- I will perk
- you will perk
- he/she/it will perk
- we will perk
- you will perk
- they will perk
Toekomende tijd II
- ik zal gepercoleerd hebben
- jij zult gepercoleerd hebben
- hij/zij/het zal gepercoleerd hebben
- wij zullen gepercoleerd hebben
- jullie zullen gepercoleerd hebben
- zij zullen gepercoleerd hebben
Future perfect
- I will have perked
- you will have perked
- he/she/it will have perked
- we will have perked
- you will have perked
- they will have perked
Conditionalis I
- ik zou percoleren
- jij zou percoleren
- hij/zij/het zou percoleren
- wij zouden percoleren
- jullie zouden percoleren
- zij zouden percoleren
Conditional present
- I would perk
- you would perk
- he/she/it would perk
- we would perk
- you would perk
- they would perk
Conditionalis II
- ik zou hebben gepercoleerd
- jij zou hebben gepercoleerd
- hij/zij/het zou hebben gepercoleerd
- wij zouden hebben gepercoleerd
- jullie zouden hebben gepercoleerd
- zij zouden hebben gepercoleerd
Conditional perfect
- I would have perked
- you would have perked
- he/she/it would have perked
- we would have perked
- you would have perked
- they would have perked
Imperatief
- jij percoleer
- jullie percoleert
Imperative
- you perk
- you perk