Vervoeging van poffen

Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik pof
    • jij poft
    • hij/zij/het poft
    • wij poffen
    • jullie poffen
    • zij poffen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik pofte
    • jij pofte
    • hij/zij/het pofte
    • wij poften
    • jullie poften
    • zij poften
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb gepoft
    • jij hebt gepoft
    • hij/zij/het heeft gepoft
    • wij hebben gepoft
    • jullie hebben gepoft
    • zij hebben gepoft
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had gepoft
    • jij had gepoft
    • hij/zij/het had gepoft
    • wij hadden gepoft
    • jullie hadden gepoft
    • zij hadden gepoft
  • Toekomende tijd I

    • ik zal poffen
    • jij zult poffen
    • hij/zij/het zal poffen
    • wij zullen poffen
    • jullie zullen poffen
    • zij zullen poffen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal gepoft hebben
    • jij zult gepoft hebben
    • hij/zij/het zal gepoft hebben
    • wij zullen gepoft hebben
    • jullie zullen gepoft hebben
    • zij zullen gepoft hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou poffen
    • jij zou poffen
    • hij/zij/het zou poffen
    • wij zouden poffen
    • jullie zouden poffen
    • zij zouden poffen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben gepoft
    • jij zou hebben gepoft
    • hij/zij/het zou hebben gepoft
    • wij zouden hebben gepoft
    • jullie zouden hebben gepoft
    • zij zouden hebben gepoft
  • Imperatief

    • jij pof
    • jullie poft

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van poffen