Vervoeging van profileren

Onbepaalde wijs (infinitief): profileren

Nederlands

Duits

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik profileer
  • jij profileert
  • hij/zij/het profileert
  • wij profileren
  • jullie profileren
  • zij profileren

Präsens Indikativ

  • ich akzentuiere
  • du akzentuierst
  • er/sie/es akzentuiert
  • wir akzentuieren
  • ihr akzentuiert
  • sie akzentuieren

Onvoltooid verleden tijd

  • ik profileerde
  • jij profileerde
  • hij/zij/het profileerde
  • wij profileerden
  • jullie profileerden
  • zij profileerden

Präteritum Indikativ

  • ich akzentuierte
  • du akzentuiertest
  • er/sie/es akzentuierte
  • wir akzentuierten
  • ihr akzentuiertet
  • sie akzentuierten

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb geprofileerd
  • jij hebt geprofileerd
  • hij/zij/het heeft geprofileerd
  • wij hebben geprofileerd
  • jullie hebben geprofileerd
  • zij hebben geprofileerd

Perfekt Indikativ

  • ich habe akzentuiert
  • du hast akzentuiert
  • er/sie/es hat akzentuiert
  • wir haben akzentuiert
  • ihr habt akzentuiert
  • sie haben akzentuiert

Voltooid verleden tijd

  • ik had geprofileerd
  • jij had geprofileerd
  • hij/zij/het had geprofileerd
  • wij hadden geprofileerd
  • jullie hadden geprofileerd
  • zij hadden geprofileerd

Plusquamperfekt Indikativ

  • ich hatte akzentuiert
  • du hattest akzentuiert
  • er/sie/es hatte akzentuiert
  • wir hatten akzentuiert
  • ihr hattet akzentuiert
  • sie hatten akzentuiert

Toekomende tijd I

  • ik zal profileren
  • jij zult profileren
  • hij/zij/het zal profileren
  • wij zullen profileren
  • jullie zullen profileren
  • zij zullen profileren

Futur I Indikativ

  • ich werde akzentuieren
  • du wirst akzentuieren
  • er/sie/es wird akzentuieren
  • wir werden akzentuieren
  • ihr werdet akzentuieren
  • sie werden akzentuieren

Toekomende tijd II

  • ik zal geprofileerd hebben
  • jij zult geprofileerd hebben
  • hij/zij/het zal geprofileerd hebben
  • wij zullen geprofileerd hebben
  • jullie zullen geprofileerd hebben
  • zij zullen geprofileerd hebben

Futur II Indikativ

  • ich werde akzentuiert haben
  • du wirst akzentuiert haben
  • er/sie/es wird akzentuiert haben
  • wir werden akzentuiert haben
  • ihr werdet akzentuiert haben
  • sie werden akzentuiert haben

Conditionalis I

  • ik zou profileren
  • jij zou profileren
  • hij/zij/het zou profileren
  • wij zouden profileren
  • jullie zouden profileren
  • zij zouden profileren

Futur I Konjunktiv II

  • ich würde akzentuieren
  • du würdest akzentuieren
  • er/sie/es würde akzentuieren
  • wir würden akzentuieren
  • ihr würdet akzentuieren
  • sie würden akzentuieren

Conditionalis II

  • ik zou hebben geprofileerd
  • jij zou hebben geprofileerd
  • hij/zij/het zou hebben geprofileerd
  • wij zouden hebben geprofileerd
  • jullie zouden hebben geprofileerd
  • zij zouden hebben geprofileerd

Futur II Konjunktiv II

  • ich würde akzentuiert haben
  • du würdest akzentuiert haben
  • er/sie/es würde akzentuiert haben
  • wir würden akzentuiert haben
  • ihr würdet akzentuiert haben
  • sie würden akzentuiert haben

Imperatief

  • jij profileer
  • jullie profileert

Imperativ

  • du akzentuiere
  • ihr akzentuiert

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van profileren