Vervoeging van pureren

Vertaling: to pulp

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik pureer
  • jij pureert
  • hij/zij/het pureert
  • wij pureren
  • jullie pureren
  • zij pureren

Present

  • I pulp
  • you pulp
  • he/she/it pulps
  • we pulp
  • you pulp
  • they pulp

Onvoltooid verleden tijd

  • ik pureerde
  • jij pureerde
  • hij/zij/het pureerde
  • wij pureerden
  • jullie pureerden
  • zij pureerden

Simple past

  • I pulped
  • you pulped
  • he/she/it pulped
  • we pulped
  • you pulped
  • they pulped

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gepureerd
  • jij hebt gepureerd
  • hij/zij/het heeft gepureerd
  • wij hebben gepureerd
  • jullie hebben gepureerd
  • zij hebben gepureerd

Present perfect

  • I have pulped
  • you have pulped
  • he/she/it has pulped
  • we have pulped
  • you have pulped
  • they have pulped

Voltooid verleden tijd

  • ik had gepureerd
  • jij had gepureerd
  • hij/zij/het had gepureerd
  • wij hadden gepureerd
  • jullie hadden gepureerd
  • zij hadden gepureerd

Past perfect

  • I had pulped
  • you had pulped
  • he/she/it had pulped
  • we had pulped
  • you had pulped
  • they had pulped

Toekomende tijd I

  • ik zal pureren
  • jij zult pureren
  • hij/zij/het zal pureren
  • wij zullen pureren
  • jullie zullen pureren
  • zij zullen pureren

Future

  • I will pulp
  • you will pulp
  • he/she/it will pulp
  • we will pulp
  • you will pulp
  • they will pulp

Toekomende tijd II

  • ik zal gepureerd hebben
  • jij zult gepureerd hebben
  • hij/zij/het zal gepureerd hebben
  • wij zullen gepureerd hebben
  • jullie zullen gepureerd hebben
  • zij zullen gepureerd hebben

Future perfect

  • I will have pulped
  • you will have pulped
  • he/she/it will have pulped
  • we will have pulped
  • you will have pulped
  • they will have pulped

Conditionalis I

  • ik zou pureren
  • jij zou pureren
  • hij/zij/het zou pureren
  • wij zouden pureren
  • jullie zouden pureren
  • zij zouden pureren

Conditional present

  • I would pulp
  • you would pulp
  • he/she/it would pulp
  • we would pulp
  • you would pulp
  • they would pulp

Conditionalis II

  • ik zou hebben gepureerd
  • jij zou hebben gepureerd
  • hij/zij/het zou hebben gepureerd
  • wij zouden hebben gepureerd
  • jullie zouden hebben gepureerd
  • zij zouden hebben gepureerd

Conditional perfect

  • I would have pulped
  • you would have pulped
  • he/she/it would have pulped
  • we would have pulped
  • you would have pulped
  • they would have pulped

Imperatief

  • jij pureer
  • jullie pureert

Imperative

  • you pulp
  • you pulp

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van pureren