Vervoeging van realize
Onbepaalde wijs (infinitief): to realize
Engels
Nederlands
Present
- I realize
- you realize
- he/she/it realizes
- we realize
- you realize
- they realize
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verwezenlijk
- jij verwezenlijkt
- hij/zij/het verwezenlijkt
- wij verwezenlijken
- jullie verwezenlijken
- zij verwezenlijken
Simple past
- I realized
- you realized
- he/she/it realized
- we realized
- you realized
- they realized
Onvoltooid verleden tijd
- ik verwezenlijkte
- jij verwezenlijkte
- hij/zij/het verwezenlijkte
- wij verwezenlijkten
- jullie verwezenlijkten
- zij verwezenlijkten
Present perfect
- I have realized
- you have realized
- he/she/it has realized
- we have realized
- you have realized
- they have realized
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb verwezenlijkt
- jij hebt verwezenlijkt
- hij/zij/het heeft verwezenlijkt
- wij hebben verwezenlijkt
- jullie hebben verwezenlijkt
- zij hebben verwezenlijkt
Past perfect
- I had realized
- you had realized
- he/she/it had realized
- we had realized
- you had realized
- they had realized
Voltooid verleden tijd
- ik had verwezenlijkt
- jij had verwezenlijkt
- hij/zij/het had verwezenlijkt
- wij hadden verwezenlijkt
- jullie hadden verwezenlijkt
- zij hadden verwezenlijkt
Future
- I will realize
- you will realize
- he/she/it will realize
- we will realize
- you will realize
- they will realize
Toekomende tijd I
- ik zal verwezenlijken
- jij zult verwezenlijken
- hij/zij/het zal verwezenlijken
- wij zullen verwezenlijken
- jullie zullen verwezenlijken
- zij zullen verwezenlijken
Future perfect
- I will have realized
- you will have realized
- he/she/it will have realized
- we will have realized
- you will have realized
- they will have realized
Toekomende tijd II
- ik zal verwezenlijkt hebben
- jij zult verwezenlijkt hebben
- hij/zij/het zal verwezenlijkt hebben
- wij zullen verwezenlijkt hebben
- jullie zullen verwezenlijkt hebben
- zij zullen verwezenlijkt hebben
Conditional present
- I would realize
- you would realize
- he/she/it would realize
- we would realize
- you would realize
- they would realize
Conditionalis I
- ik zou verwezenlijken
- jij zou verwezenlijken
- hij/zij/het zou verwezenlijken
- wij zouden verwezenlijken
- jullie zouden verwezenlijken
- zij zouden verwezenlijken
Conditional perfect
- I would have realized
- you would have realized
- he/she/it would have realized
- we would have realized
- you would have realized
- they would have realized
Conditionalis II
- ik zou hebben verwezenlijkt
- jij zou hebben verwezenlijkt
- hij/zij/het zou hebben verwezenlijkt
- wij zouden hebben verwezenlijkt
- jullie zouden hebben verwezenlijkt
- zij zouden hebben verwezenlijkt
Imperative
- you realize
- you realize
Imperatief
- jij verwezenlijk
- jullie verwezenlijkt