Vervoeging van recognize

Engels

Nederlands

Present

  • I recognize
  • you recognize
  • he/she/it recognizes
  • we recognize
  • you recognize
  • they recognize

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik vind terug
  • jij vindt terug
  • hij/zij/het vindt terug
  • wij vinden terug
  • jullie vinden terug
  • zij vinden terug

Simple past

  • I recognized
  • you recognized
  • he/she/it recognized
  • we recognized
  • you recognized
  • they recognized

Onvoltooid verleden tijd

  • ik vond terug
  • jij vond terug
  • hij/zij/het vond terug
  • wij vonden terug
  • jullie vonden terug
  • zij vonden terug

Present perfect

  • I have recognized
  • you have recognized
  • he/she/it has recognized
  • we have recognized
  • you have recognized
  • they have recognized

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb teruggevonden
  • jij hebt teruggevonden
  • hij/zij/het heeft teruggevonden
  • wij hebben teruggevonden
  • jullie hebben teruggevonden
  • zij hebben teruggevonden

Past perfect

  • I had recognized
  • you had recognized
  • he/she/it had recognized
  • we had recognized
  • you had recognized
  • they had recognized

Voltooid verleden tijd

  • ik had teruggevonden
  • jij had teruggevonden
  • hij/zij/het had teruggevonden
  • wij hadden teruggevonden
  • jullie hadden teruggevonden
  • zij hadden teruggevonden

Future

  • I will recognize
  • you will recognize
  • he/she/it will recognize
  • we will recognize
  • you will recognize
  • they will recognize

Toekomende tijd I

  • ik zal terugvinden
  • jij zult terugvinden
  • hij/zij/het zal terugvinden
  • wij zullen terugvinden
  • jullie zullen terugvinden
  • zij zullen terugvinden

Future perfect

  • I will have recognized
  • you will have recognized
  • he/she/it will have recognized
  • we will have recognized
  • you will have recognized
  • they will have recognized

Toekomende tijd II

  • ik zal teruggevonden hebben
  • jij zult teruggevonden hebben
  • hij/zij/het zal teruggevonden hebben
  • wij zullen teruggevonden hebben
  • jullie zullen teruggevonden hebben
  • zij zullen teruggevonden hebben

Conditional present

  • I would recognize
  • you would recognize
  • he/she/it would recognize
  • we would recognize
  • you would recognize
  • they would recognize

Conditionalis I

  • ik zou terugvinden
  • jij zou terugvinden
  • hij/zij/het zou terugvinden
  • wij zouden terugvinden
  • jullie zouden terugvinden
  • zij zouden terugvinden

Conditional perfect

  • I would have recognized
  • you would have recognized
  • he/she/it would have recognized
  • we would have recognized
  • you would have recognized
  • they would have recognized

Conditionalis II

  • ik zou hebben teruggevonden
  • jij zou hebben teruggevonden
  • hij/zij/het zou hebben teruggevonden
  • wij zouden hebben teruggevonden
  • jullie zouden hebben teruggevonden
  • zij zouden hebben teruggevonden

Imperative

  • you recognize
  • you recognize

Imperatief

  • jij vind terug
  • jullie vindt terug

Verwijzingen

Bekijk 13 definitie(s) van recognize