Vervoeging van recognize
Onbepaalde wijs (infinitief): to recognize
Engels
Nederlands
Present
- I recognize
- you recognize
- he/she/it recognizes
- we recognize
- you recognize
- they recognize
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik groet
- jij groet
- hij/zij/het groet
- wij groeten
- jullie groeten
- zij groeten
Simple past
- I recognized
- you recognized
- he/she/it recognized
- we recognized
- you recognized
- they recognized
Onvoltooid verleden tijd
- ik groette
- jij groette
- hij/zij/het groette
- wij groetten
- jullie groetten
- zij groetten
Present perfect
- I have recognized
- you have recognized
- he/she/it has recognized
- we have recognized
- you have recognized
- they have recognized
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gegroet
- jij hebt gegroet
- hij/zij/het heeft gegroet
- wij hebben gegroet
- jullie hebben gegroet
- zij hebben gegroet
Past perfect
- I had recognized
- you had recognized
- he/she/it had recognized
- we had recognized
- you had recognized
- they had recognized
Voltooid verleden tijd
- ik had gegroet
- jij had gegroet
- hij/zij/het had gegroet
- wij hadden gegroet
- jullie hadden gegroet
- zij hadden gegroet
Future
- I will recognize
- you will recognize
- he/she/it will recognize
- we will recognize
- you will recognize
- they will recognize
Toekomende tijd I
- ik zal groeten
- jij zult groeten
- hij/zij/het zal groeten
- wij zullen groeten
- jullie zullen groeten
- zij zullen groeten
Future perfect
- I will have recognized
- you will have recognized
- he/she/it will have recognized
- we will have recognized
- you will have recognized
- they will have recognized
Toekomende tijd II
- ik zal gegroet hebben
- jij zult gegroet hebben
- hij/zij/het zal gegroet hebben
- wij zullen gegroet hebben
- jullie zullen gegroet hebben
- zij zullen gegroet hebben
Conditional present
- I would recognize
- you would recognize
- he/she/it would recognize
- we would recognize
- you would recognize
- they would recognize
Conditionalis I
- ik zou groeten
- jij zou groeten
- hij/zij/het zou groeten
- wij zouden groeten
- jullie zouden groeten
- zij zouden groeten
Conditional perfect
- I would have recognized
- you would have recognized
- he/she/it would have recognized
- we would have recognized
- you would have recognized
- they would have recognized
Conditionalis II
- ik zou hebben gegroet
- jij zou hebben gegroet
- hij/zij/het zou hebben gegroet
- wij zouden hebben gegroet
- jullie zouden hebben gegroet
- zij zouden hebben gegroet
Imperative
- you recognize
- you recognize
Imperatief
- jij groet
- jullie groet