Vervoeging van reward
Onbepaalde wijs (infinitief): to reward
Engels
Nederlands
Present
- I reward
- you reward
- he/she/it rewards
- we reward
- you reward
- they reward
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik bekroon
- jij bekroont
- hij/zij/het bekroont
- wij bekronen
- jullie bekronen
- zij bekronen
Simple past
- I rewarded
- you rewarded
- he/she/it rewarded
- we rewarded
- you rewarded
- they rewarded
Onvoltooid verleden tijd
- ik bekroonde
- jij bekroonde
- hij/zij/het bekroonde
- wij bekroonden
- jullie bekroonden
- zij bekroonden
Present perfect
- I have rewarded
- you have rewarded
- he/she/it has rewarded
- we have rewarded
- you have rewarded
- they have rewarded
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb bekroond
- jij hebt bekroond
- hij/zij/het heeft bekroond
- wij hebben bekroond
- jullie hebben bekroond
- zij hebben bekroond
Past perfect
- I had rewarded
- you had rewarded
- he/she/it had rewarded
- we had rewarded
- you had rewarded
- they had rewarded
Voltooid verleden tijd
- ik had bekroond
- jij had bekroond
- hij/zij/het had bekroond
- wij hadden bekroond
- jullie hadden bekroond
- zij hadden bekroond
Future
- I will reward
- you will reward
- he/she/it will reward
- we will reward
- you will reward
- they will reward
Toekomende tijd I
- ik zal bekronen
- jij zult bekronen
- hij/zij/het zal bekronen
- wij zullen bekronen
- jullie zullen bekronen
- zij zullen bekronen
Future perfect
- I will have rewarded
- you will have rewarded
- he/she/it will have rewarded
- we will have rewarded
- you will have rewarded
- they will have rewarded
Toekomende tijd II
- ik zal bekroond hebben
- jij zult bekroond hebben
- hij/zij/het zal bekroond hebben
- wij zullen bekroond hebben
- jullie zullen bekroond hebben
- zij zullen bekroond hebben
Conditional present
- I would reward
- you would reward
- he/she/it would reward
- we would reward
- you would reward
- they would reward
Conditionalis I
- ik zou bekronen
- jij zou bekronen
- hij/zij/het zou bekronen
- wij zouden bekronen
- jullie zouden bekronen
- zij zouden bekronen
Conditional perfect
- I would have rewarded
- you would have rewarded
- he/she/it would have rewarded
- we would have rewarded
- you would have rewarded
- they would have rewarded
Conditionalis II
- ik zou hebben bekroond
- jij zou hebben bekroond
- hij/zij/het zou hebben bekroond
- wij zouden hebben bekroond
- jullie zouden hebben bekroond
- zij zouden hebben bekroond
Imperative
- you reward
- you reward
Imperatief
- jij bekroon
- jullie bekroont