Vervoeging van rise
Onbepaalde wijs (infinitief): to rise
39 alternatieve vertalingen
- aangroeien
- bovenkomen
- fermenteren
- gisten
- groeien
- klimmen
- komen
- omhooggaan
- omhoogkomen
- ontspinnen
- ontspringen
- ontspruiten
- opgaan
- opklimmen
- opkomen
- oplopen
- opslaan
- opstaan
- opstijgen
- opstuiten
- optrekken
- opwerken
- opwippen
- overgaan
- promoveren
- rebelleren
- revolteren
- rijzen
- stammen
- stijgen
- teruggaan
- toenemen
- verhogen
- verrijzen
- voortkomen
- voortspruiten
- wassen
- werken
- wortelen
Engels
Nederlands
Present
- I rise
- you rise
- he/she/it rises
- we rise
- you rise
- they rise
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik werk omhoog
- jij werkt omhoog
- hij/zij/het werkt omhoog
- wij werken omhoog
- jullie werken omhoog
- zij werken omhoog
Simple past
- I rose
- you rose
- he/she/it rose
- we rose
- you rose
- they rose
Onvoltooid verleden tijd
- ik werkte omhoog
- jij werkte omhoog
- hij/zij/het werkte omhoog
- wij werkten omhoog
- jullie werkten omhoog
- zij werkten omhoog
Present perfect
- I have risen
- you have risen
- he/she/it has risen
- we have risen
- you have risen
- they have risen
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb omhooggewerkt
- jij hebt omhooggewerkt
- hij/zij/het heeft omhooggewerkt
- wij hebben omhooggewerkt
- jullie hebben omhooggewerkt
- zij hebben omhooggewerkt
Past perfect
- I had risen
- you had risen
- he/she/it had risen
- we had risen
- you had risen
- they had risen
Voltooid verleden tijd
- ik had omhooggewerkt
- jij had omhooggewerkt
- hij/zij/het had omhooggewerkt
- wij hadden omhooggewerkt
- jullie hadden omhooggewerkt
- zij hadden omhooggewerkt
Future
- I will rise
- you will rise
- he/she/it will rise
- we will rise
- you will rise
- they will rise
Toekomende tijd I
- ik zal omhoogwerken
- jij zult omhoogwerken
- hij/zij/het zal omhoogwerken
- wij zullen omhoogwerken
- jullie zullen omhoogwerken
- zij zullen omhoogwerken
Future perfect
- I will have risen
- you will have risen
- he/she/it will have risen
- we will have risen
- you will have risen
- they will have risen
Toekomende tijd II
- ik zal omhooggewerkt hebben
- jij zult omhooggewerkt hebben
- hij/zij/het zal omhooggewerkt hebben
- wij zullen omhooggewerkt hebben
- jullie zullen omhooggewerkt hebben
- zij zullen omhooggewerkt hebben
Conditional present
- I would rise
- you would rise
- he/she/it would rise
- we would rise
- you would rise
- they would rise
Conditionalis I
- ik zou omhoogwerken
- jij zou omhoogwerken
- hij/zij/het zou omhoogwerken
- wij zouden omhoogwerken
- jullie zouden omhoogwerken
- zij zouden omhoogwerken
Conditional perfect
- I would have risen
- you would have risen
- he/she/it would have risen
- we would have risen
- you would have risen
- they would have risen
Conditionalis II
- ik zou hebben omhooggewerkt
- jij zou hebben omhooggewerkt
- hij/zij/het zou hebben omhooggewerkt
- wij zouden hebben omhooggewerkt
- jullie zouden hebben omhooggewerkt
- zij zouden hebben omhooggewerkt
Imperative
- you rise
- you rise
Imperatief
- jij werk omhoog
- jullie werkt omhoog