Vervoeging van samenkoeken

Onbepaalde wijs (infinitief): samenkoeken

Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het koekt samen
    • zij koeken samen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • hij/zij/het koekte samen
    • zij koekten samen
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het is samengekoekt
    • zij zijn samengekoekt
  • Voltooid verleden tijd

    • hij/zij/het was samengekoekt
    • zij waren samengekoekt
  • Toekomende tijd I

    • hij/zij/het zal samenkoeken
    • zij zult samenkoeken
  • Toekomende tijd II

    • hij/zij/het zal samengekoekt zijn
    • zij zult samengekoekt zijn
  • Conditionalis I

    • hij/zij/het zal samenkoeken
    • zij zullen samenkoeken
  • Conditionalis II

    • hij/zij/het zal zijn samengekoekt
    • zij zullen zijn samengekoekt