Vervoeging van settle
Onbepaalde wijs (infinitief): to settle
34 alternatieve vertalingen
- aarden
- afbouwen
- afdoen
- afhandelen
- afrekenen
- afwerken
- afwikkelen
- afzakken
- beklijven
- beslechten
- beslissen
- besluiten
- bezinken
- bijleggen
- conciliëren
- determineren
- goedmaken
- herenigen
- inklinken
- kelderen
- komen
- neerstrijken
- oplossen
- reconciliëren
- regelen
- reglementeren
- reguleren
- schikken
- settelen
- uitmaken
- vereffenen
- verzoenen
- vestigen
- zinken
Engels
Nederlands
Present
- I settle
- you settle
- he/she/it settles
- we settle
- you settle
- they settle
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik koloniseer
- jij koloniseert
- hij/zij/het koloniseert
- wij koloniseren
- jullie koloniseren
- zij koloniseren
Simple past
- I settled
- you settled
- he/she/it settled
- we settled
- you settled
- they settled
Onvoltooid verleden tijd
- ik koloniseerde
- jij koloniseerde
- hij/zij/het koloniseerde
- wij koloniseerden
- jullie koloniseerden
- zij koloniseerden
Present perfect
- I have settled
- you have settled
- he/she/it has settled
- we have settled
- you have settled
- they have settled
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gekoloniseerd
- jij hebt gekoloniseerd
- hij/zij/het heeft gekoloniseerd
- wij hebben gekoloniseerd
- jullie hebben gekoloniseerd
- zij hebben gekoloniseerd
Past perfect
- I had settled
- you had settled
- he/she/it had settled
- we had settled
- you had settled
- they had settled
Voltooid verleden tijd
- ik had gekoloniseerd
- jij had gekoloniseerd
- hij/zij/het had gekoloniseerd
- wij hadden gekoloniseerd
- jullie hadden gekoloniseerd
- zij hadden gekoloniseerd
Future
- I will settle
- you will settle
- he/she/it will settle
- we will settle
- you will settle
- they will settle
Toekomende tijd I
- ik zal koloniseren
- jij zult koloniseren
- hij/zij/het zal koloniseren
- wij zullen koloniseren
- jullie zullen koloniseren
- zij zullen koloniseren
Future perfect
- I will have settled
- you will have settled
- he/she/it will have settled
- we will have settled
- you will have settled
- they will have settled
Toekomende tijd II
- ik zal gekoloniseerd hebben
- jij zult gekoloniseerd hebben
- hij/zij/het zal gekoloniseerd hebben
- wij zullen gekoloniseerd hebben
- jullie zullen gekoloniseerd hebben
- zij zullen gekoloniseerd hebben
Conditional present
- I would settle
- you would settle
- he/she/it would settle
- we would settle
- you would settle
- they would settle
Conditionalis I
- ik zou koloniseren
- jij zou koloniseren
- hij/zij/het zou koloniseren
- wij zouden koloniseren
- jullie zouden koloniseren
- zij zouden koloniseren
Conditional perfect
- I would have settled
- you would have settled
- he/she/it would have settled
- we would have settled
- you would have settled
- they would have settled
Conditionalis II
- ik zou hebben gekoloniseerd
- jij zou hebben gekoloniseerd
- hij/zij/het zou hebben gekoloniseerd
- wij zouden hebben gekoloniseerd
- jullie zouden hebben gekoloniseerd
- zij zouden hebben gekoloniseerd
Imperative
- you settle
- you settle
Imperatief
- jij koloniseer
- jullie koloniseert