Vervoeging van stress
Onbepaalde wijs (infinitief): to stress
Engels
Nederlands
Present
- I stress
- you stress
- he/she/it stresses
- we stress
- you stress
- they stress
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik beproef
- jij beproeft
- hij/zij/het beproeft
- wij beproeven
- jullie beproeven
- zij beproeven
Simple past
- I stressed
- you stressed
- he/she/it stressed
- we stressed
- you stressed
- they stressed
Onvoltooid verleden tijd
- ik beproefde
- jij beproefde
- hij/zij/het beproefde
- wij beproefden
- jullie beproefden
- zij beproefden
Present perfect
- I have stressed
- you have stressed
- he/she/it has stressed
- we have stressed
- you have stressed
- they have stressed
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb beproefd
- jij hebt beproefd
- hij/zij/het heeft beproefd
- wij hebben beproefd
- jullie hebben beproefd
- zij hebben beproefd
Past perfect
- I had stressed
- you had stressed
- he/she/it had stressed
- we had stressed
- you had stressed
- they had stressed
Voltooid verleden tijd
- ik had beproefd
- jij had beproefd
- hij/zij/het had beproefd
- wij hadden beproefd
- jullie hadden beproefd
- zij hadden beproefd
Future
- I will stress
- you will stress
- he/she/it will stress
- we will stress
- you will stress
- they will stress
Toekomende tijd I
- ik zal beproeven
- jij zult beproeven
- hij/zij/het zal beproeven
- wij zullen beproeven
- jullie zullen beproeven
- zij zullen beproeven
Future perfect
- I will have stressed
- you will have stressed
- he/she/it will have stressed
- we will have stressed
- you will have stressed
- they will have stressed
Toekomende tijd II
- ik zal beproefd hebben
- jij zult beproefd hebben
- hij/zij/het zal beproefd hebben
- wij zullen beproefd hebben
- jullie zullen beproefd hebben
- zij zullen beproefd hebben
Conditional present
- I would stress
- you would stress
- he/she/it would stress
- we would stress
- you would stress
- they would stress
Conditionalis I
- ik zou beproeven
- jij zou beproeven
- hij/zij/het zou beproeven
- wij zouden beproeven
- jullie zouden beproeven
- zij zouden beproeven
Conditional perfect
- I would have stressed
- you would have stressed
- he/she/it would have stressed
- we would have stressed
- you would have stressed
- they would have stressed
Conditionalis II
- ik zou hebben beproefd
- jij zou hebben beproefd
- hij/zij/het zou hebben beproefd
- wij zouden hebben beproefd
- jullie zouden hebben beproefd
- zij zouden hebben beproefd
Imperative
- you stress
- you stress
Imperatief
- jij beproef
- jullie beproeft