Vervoeging van stromen

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het stroomt
  • zij stromen

Present

  • he/she/it feeds
  • they feed

Onvoltooid verleden tijd

  • hij/zij/het stroomde
  • zij stroomden

Simple past

  • he/she/it fed
  • they fed

Voltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het heeft gestroomd
  • zij hebben gestroomd

Present perfect

  • he/she/it has fed
  • they have fed

Voltooid verleden tijd

  • hij/zij/het had gestroomd
  • zij hadden gestroomd

Past perfect

  • he/she/it had fed
  • they had fed

Toekomende tijd I

  • hij/zij/het zal stromen
  • zij zult stromen

Future

  • he/she/it will feed
  • they will feed

Toekomende tijd II

  • hij/zij/het zal gestroomd hebben
  • zij zult gestroomd hebben

Future perfect

  • he/she/it will have fed
  • they will have fed

Conditionalis I

  • hij/zij/het zal stromen
  • zij zullen stromen

Conditional present

  • he/she/it would feed
  • they would feed

Conditionalis II

  • hij/zij/het zal hebben gestroomd
  • zij zullen hebben gestroomd

Conditional perfect

  • he/she/it would have fed
  • they would have fed

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van stromen