Betekenis van:
stromen

stromen
Werkwoord
  • met kracht voortgaan
"naar [zee] stromen"
"snel stromen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

stromen
Werkwoord
  • voortbewegen van vloeistoffen
"Er is veel water van de heuvel gestroomd."
stroom (de ~ | meervoud stromen)
Zelfstandig naamwoord
  • zeer grote hoeveelheid
"een stroom (van) [mensen/klachten/vrachtwagens]"

Synoniemen

Hyperoniemen

stroom (de ~ | meervoud stromen)
Zelfstandig naamwoord
  • verplaatsing van gas, vloeistof; voortstromende vloeistof
"een stroom [bloed/lava]"
"equatoriale stroom"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

stroom (de ~ | meervoud stromen)
Zelfstandig naamwoord
  • grote rivier
"Wanneer een stroom een zekere omvang krijgt en een duidelijk landschapselement wordt, dan noemen we deze stroom een rivier."

Hyperoniemen

stroom (de ~ | meervoud stromen)
Zelfstandig naamwoord
  • grote menigte of hoeveelheid die zich verplaatst
"tegen de stroom oproeien"
"met de stroom meegaan/meedrijven"

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Stromen (±)
  2. Uitgaande stromen (–)
  3. Inkomende stromen (+)
  4. Overige stromen
  5. stromen van directe buitenlandse investeringen (DBI-stromen);
  6. Uitgaande stromen i.v.m. repo’s (–)
  7. Kleine middelhoge mediterrane stromen
  8. Directe buitenlandse investeringen (DBI) – stromen
  9. Geleiding van stromen t.b.v. het seinwezen
  10. Kwartaalstanden [s-b-s] + maandelijkse stromen [agg.]
  11. Inkomende stromen i.v.m. repo’s met wederinkoop (+)
  12. Om de stromen in het systeem in te stellen.
  13. Soort rekening (balans, financiële transacties en andere stromen)
  14. [Een complexe verzameling koolwaterstoffen, verkregen door destillatie van aromatische stromen.
  15. (Een complexe verzameling koolwaterstoffen, verkregen door destillatie van aromatische stromen.