Vervoeging van teloorgaan

Onbepaalde wijs (infinitief): teloorgaan

Vertaling: to disappear

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik ga teloor
  • jij gaat teloor
  • hij/zij/het gaat teloor
  • wij gaan teloor
  • jullie gaan teloor
  • zij gaan teloor

Present

  • I disappear
  • you disappear
  • he/she/it disappears
  • we disappear
  • you disappear
  • they disappear

Onvoltooid verleden tijd

  • ik ging teloor
  • jij ging teloor
  • hij/zij/het ging teloor
  • wij gingen teloor
  • jullie gingen teloor
  • zij gingen teloor

Simple past

  • I disappeared
  • you disappeared
  • he/she/it disappeared
  • we disappeared
  • you disappeared
  • they disappeared

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik ben teloorgegaan
  • jij bent teloorgegaan
  • hij/zij/het is teloorgegaan
  • wij zijn teloorgegaan
  • jullie zijn teloorgegaan
  • zij zijn teloorgegaan

Present perfect

  • I have disappeared
  • you have disappeared
  • he/she/it has disappeared
  • we have disappeared
  • you have disappeared
  • they have disappeared

Voltooid verleden tijd

  • ik was teloorgegaan
  • jij was teloorgegaan
  • hij/zij/het was teloorgegaan
  • wij waren teloorgegaan
  • jullie waren teloorgegaan
  • zij waren teloorgegaan

Past perfect

  • I had disappeared
  • you had disappeared
  • he/she/it had disappeared
  • we had disappeared
  • you had disappeared
  • they had disappeared

Toekomende tijd I

  • ik zal teloorgaan
  • jij zult teloorgaan
  • hij/zij/het zal teloorgaan
  • wij zullen teloorgaan
  • jullie zullen teloorgaan
  • zij zullen teloorgaan

Future

  • I will disappear
  • you will disappear
  • he/she/it will disappear
  • we will disappear
  • you will disappear
  • they will disappear

Toekomende tijd II

  • ik zal teloorgegaan zijn
  • jij zult teloorgegaan zijn
  • hij/zij/het zal teloorgegaan zijn
  • wij zullen teloorgegaan zijn
  • jullie zullen teloorgegaan zijn
  • zij zullen teloorgegaan zijn

Future perfect

  • I will have disappeared
  • you will have disappeared
  • he/she/it will have disappeared
  • we will have disappeared
  • you will have disappeared
  • they will have disappeared

Conditionalis I

  • ik zou teloorgaan
  • jij zou teloorgaan
  • hij/zij/het zou teloorgaan
  • wij zouden teloorgaan
  • jullie zouden teloorgaan
  • zij zouden teloorgaan

Conditional present

  • I would disappear
  • you would disappear
  • he/she/it would disappear
  • we would disappear
  • you would disappear
  • they would disappear

Conditionalis II

  • ik zou zijn teloorgegaan
  • jij zou zijn teloorgegaan
  • hij/zij/het zou zijn teloorgegaan
  • wij zouden zijn teloorgegaan
  • jullie zouden zijn teloorgegaan
  • zij zouden zijn teloorgegaan

Conditional perfect

  • I would have disappeared
  • you would have disappeared
  • he/she/it would have disappeared
  • we would have disappeared
  • you would have disappeared
  • they would have disappeared

Imperatief

  • jij ga teloor
  • jullie gaat teloor

Imperative

  • you disappear
  • you disappear