Vervoeging van tempeesten

Onbepaalde wijs (infinitief): tempeesten

Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik tempeest
    • jij tempeest
    • hij/zij/het tempeest
    • wij tempeesten
    • jullie tempeesten
    • zij tempeesten
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik tempeestte
    • jij tempeestte
    • hij/zij/het tempeestte
    • wij tempeestten
    • jullie tempeestten
    • zij tempeestten
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb getempeest
    • jij hebt getempeest
    • hij/zij/het heeft getempeest
    • wij hebben getempeest
    • jullie hebben getempeest
    • zij hebben getempeest
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had getempeest
    • jij had getempeest
    • hij/zij/het had getempeest
    • wij hadden getempeest
    • jullie hadden getempeest
    • zij hadden getempeest
  • Toekomende tijd I

    • ik zal tempeesten
    • jij zult tempeesten
    • hij/zij/het zal tempeesten
    • wij zullen tempeesten
    • jullie zullen tempeesten
    • zij zullen tempeesten
  • Toekomende tijd II

    • ik zal getempeest hebben
    • jij zult getempeest hebben
    • hij/zij/het zal getempeest hebben
    • wij zullen getempeest hebben
    • jullie zullen getempeest hebben
    • zij zullen getempeest hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou tempeesten
    • jij zou tempeesten
    • hij/zij/het zou tempeesten
    • wij zouden tempeesten
    • jullie zouden tempeesten
    • zij zouden tempeesten
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben getempeest
    • jij zou hebben getempeest
    • hij/zij/het zou hebben getempeest
    • wij zouden hebben getempeest
    • jullie zouden hebben getempeest
    • zij zouden hebben getempeest
  • Imperatief

    • jij tempeest
    • jullie tempeest

Verwijzingen

Bekijk 2 definitie(s) van tempeesten