Vervoeging van terugbetalen

Onbepaalde wijs (infinitief): terugbetalen

Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik betaal terug
    • jij betaalt terug
    • hij/zij/het betaalt terug
    • wij betalen terug
    • jullie betalen terug
    • zij betalen terug
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik betaalde terug
    • jij betaalde terug
    • hij/zij/het betaalde terug
    • wij betaalden terug
    • jullie betaalden terug
    • zij betaalden terug
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb terugbetaald
    • jij hebt terugbetaald
    • hij/zij/het heeft terugbetaald
    • wij hebben terugbetaald
    • jullie hebben terugbetaald
    • zij hebben terugbetaald
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had terugbetaald
    • jij had terugbetaald
    • hij/zij/het had terugbetaald
    • wij hadden terugbetaald
    • jullie hadden terugbetaald
    • zij hadden terugbetaald
  • Toekomende tijd I

    • ik zal terugbetalen
    • jij zult terugbetalen
    • hij/zij/het zal terugbetalen
    • wij zullen terugbetalen
    • jullie zullen terugbetalen
    • zij zullen terugbetalen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal terugbetaald hebben
    • jij zult terugbetaald hebben
    • hij/zij/het zal terugbetaald hebben
    • wij zullen terugbetaald hebben
    • jullie zullen terugbetaald hebben
    • zij zullen terugbetaald hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou terugbetalen
    • jij zou terugbetalen
    • hij/zij/het zou terugbetalen
    • wij zouden terugbetalen
    • jullie zouden terugbetalen
    • zij zouden terugbetalen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben terugbetaald
    • jij zou hebben terugbetaald
    • hij/zij/het zou hebben terugbetaald
    • wij zouden hebben terugbetaald
    • jullie zouden hebben terugbetaald
    • zij zouden hebben terugbetaald
  • Imperatief

    • jij betaal terug
    • jullie betaalt terug

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van terugbetalen