Vervoeging van terugschrikken

Onbepaalde wijs (infinitief): terugschrikken

Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik schrik terug
    • jij schrikt terug
    • hij/zij/het schrikt terug
    • wij schrikken terug
    • jullie schrikken terug
    • zij schrikken terug
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik schrikte terug
    • jij schrikte terug
    • hij/zij/het schrikte terug
    • wij schrikten terug
    • jullie schrikten terug
    • zij schrikten terug
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik ben teruggeschrikt
    • jij bent teruggeschrikt
    • hij/zij/het is teruggeschrikt
    • wij zijn teruggeschrikt
    • jullie zijn teruggeschrikt
    • zij zijn teruggeschrikt
  • Voltooid verleden tijd

    • ik was teruggeschrikt
    • jij was teruggeschrikt
    • hij/zij/het was teruggeschrikt
    • wij waren teruggeschrikt
    • jullie waren teruggeschrikt
    • zij waren teruggeschrikt
  • Toekomende tijd I

    • ik zal terugschrikken
    • jij zult terugschrikken
    • hij/zij/het zal terugschrikken
    • wij zullen terugschrikken
    • jullie zullen terugschrikken
    • zij zullen terugschrikken
  • Toekomende tijd II

    • ik zal teruggeschrikt zijn
    • jij zult teruggeschrikt zijn
    • hij/zij/het zal teruggeschrikt zijn
    • wij zullen teruggeschrikt zijn
    • jullie zullen teruggeschrikt zijn
    • zij zullen teruggeschrikt zijn
  • Conditionalis I

    • ik zou terugschrikken
    • jij zou terugschrikken
    • hij/zij/het zou terugschrikken
    • wij zouden terugschrikken
    • jullie zouden terugschrikken
    • zij zouden terugschrikken
  • Conditionalis II

    • ik zou zijn teruggeschrikt
    • jij zou zijn teruggeschrikt
    • hij/zij/het zou zijn teruggeschrikt
    • wij zouden zijn teruggeschrikt
    • jullie zouden zijn teruggeschrikt
    • zij zouden zijn teruggeschrikt
  • Imperatief

    • jij schrik terug
    • jullie schrikt terug

Verwijzingen

Bekijk 2 definitie(s) van terugschrikken