Vervoeging van terugsnoeien

Onbepaalde wijs (infinitief): terugsnoeien

Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik snoei terug
    • jij snoeit terug
    • hij/zij/het snoeit terug
    • wij snoeien terug
    • jullie snoeien terug
    • zij snoeien terug
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik snoeide terug
    • jij snoeide terug
    • hij/zij/het snoeide terug
    • wij snoeiden terug
    • jullie snoeiden terug
    • zij snoeiden terug
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb teruggesnoeid
    • jij hebt teruggesnoeid
    • hij/zij/het heeft teruggesnoeid
    • wij hebben teruggesnoeid
    • jullie hebben teruggesnoeid
    • zij hebben teruggesnoeid
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had teruggesnoeid
    • jij had teruggesnoeid
    • hij/zij/het had teruggesnoeid
    • wij hadden teruggesnoeid
    • jullie hadden teruggesnoeid
    • zij hadden teruggesnoeid
  • Toekomende tijd I

    • ik zal terugsnoeien
    • jij zult terugsnoeien
    • hij/zij/het zal terugsnoeien
    • wij zullen terugsnoeien
    • jullie zullen terugsnoeien
    • zij zullen terugsnoeien
  • Toekomende tijd II

    • ik zal teruggesnoeid hebben
    • jij zult teruggesnoeid hebben
    • hij/zij/het zal teruggesnoeid hebben
    • wij zullen teruggesnoeid hebben
    • jullie zullen teruggesnoeid hebben
    • zij zullen teruggesnoeid hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou terugsnoeien
    • jij zou terugsnoeien
    • hij/zij/het zou terugsnoeien
    • wij zouden terugsnoeien
    • jullie zouden terugsnoeien
    • zij zouden terugsnoeien
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben teruggesnoeid
    • jij zou hebben teruggesnoeid
    • hij/zij/het zou hebben teruggesnoeid
    • wij zouden hebben teruggesnoeid
    • jullie zouden hebben teruggesnoeid
    • zij zouden hebben teruggesnoeid
  • Imperatief

    • jij snoei terug
    • jullie snoeit terug