Vervoeging van treat
Onbepaalde wijs (infinitief): to treat
Engels
Nederlands
Present
- I treat
- you treat
- he/she/it treats
- we treat
- you treat
- they treat
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik vergast
- jij vergast
- hij/zij/het vergast
- wij vergasten
- jullie vergasten
- zij vergasten
Simple past
- I treated
- you treated
- he/she/it treated
- we treated
- you treated
- they treated
Onvoltooid verleden tijd
- ik vergastte
- jij vergastte
- hij/zij/het vergastte
- wij vergastten
- jullie vergastten
- zij vergastten
Present perfect
- I have treated
- you have treated
- he/she/it has treated
- we have treated
- you have treated
- they have treated
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb vergast
- jij hebt vergast
- hij/zij/het heeft vergast
- wij hebben vergast
- jullie hebben vergast
- zij hebben vergast
Past perfect
- I had treated
- you had treated
- he/she/it had treated
- we had treated
- you had treated
- they had treated
Voltooid verleden tijd
- ik had vergast
- jij had vergast
- hij/zij/het had vergast
- wij hadden vergast
- jullie hadden vergast
- zij hadden vergast
Future
- I will treat
- you will treat
- he/she/it will treat
- we will treat
- you will treat
- they will treat
Toekomende tijd I
- ik zal vergasten
- jij zult vergasten
- hij/zij/het zal vergasten
- wij zullen vergasten
- jullie zullen vergasten
- zij zullen vergasten
Future perfect
- I will have treated
- you will have treated
- he/she/it will have treated
- we will have treated
- you will have treated
- they will have treated
Toekomende tijd II
- ik zal vergast hebben
- jij zult vergast hebben
- hij/zij/het zal vergast hebben
- wij zullen vergast hebben
- jullie zullen vergast hebben
- zij zullen vergast hebben
Conditional present
- I would treat
- you would treat
- he/she/it would treat
- we would treat
- you would treat
- they would treat
Conditionalis I
- ik zou vergasten
- jij zou vergasten
- hij/zij/het zou vergasten
- wij zouden vergasten
- jullie zouden vergasten
- zij zouden vergasten
Conditional perfect
- I would have treated
- you would have treated
- he/she/it would have treated
- we would have treated
- you would have treated
- they would have treated
Conditionalis II
- ik zou hebben vergast
- jij zou hebben vergast
- hij/zij/het zou hebben vergast
- wij zouden hebben vergast
- jullie zouden hebben vergast
- zij zouden hebben vergast
Imperative
- you treat
- you treat
Imperatief
- jij vergast
- jullie vergast