Vervoeging van uitdragen
Onbepaalde wijs (infinitief): uitdragen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik draag uit
- jij draagt uit
- hij/zij/het draagt uit
- wij dragen uit
- jullie dragen uit
- zij dragen uit
Present
- I glorify
- you glorify
- he/she/it glorifies
- we glorify
- you glorify
- they glorify
Onvoltooid verleden tijd
- ik droeg uit
- jij droeg uit
- hij/zij/het droeg uit
- wij droegen uit
- jullie droegen uit
- zij droegen uit
Simple past
- I glorified
- you glorified
- he/she/it glorified
- we glorified
- you glorified
- they glorified
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb uitgedragen
- jij hebt uitgedragen
- hij/zij/het heeft uitgedragen
- wij hebben uitgedragen
- jullie hebben uitgedragen
- zij hebben uitgedragen
Present perfect
- I have glorified
- you have glorified
- he/she/it has glorified
- we have glorified
- you have glorified
- they have glorified
Voltooid verleden tijd
- ik had uitgedragen
- jij had uitgedragen
- hij/zij/het had uitgedragen
- wij hadden uitgedragen
- jullie hadden uitgedragen
- zij hadden uitgedragen
Past perfect
- I had glorified
- you had glorified
- he/she/it had glorified
- we had glorified
- you had glorified
- they had glorified
Toekomende tijd I
- ik zal uitdragen
- jij zult uitdragen
- hij/zij/het zal uitdragen
- wij zullen uitdragen
- jullie zullen uitdragen
- zij zullen uitdragen
Future
- I will glorify
- you will glorify
- he/she/it will glorify
- we will glorify
- you will glorify
- they will glorify
Toekomende tijd II
- ik zal uitgedragen hebben
- jij zult uitgedragen hebben
- hij/zij/het zal uitgedragen hebben
- wij zullen uitgedragen hebben
- jullie zullen uitgedragen hebben
- zij zullen uitgedragen hebben
Future perfect
- I will have glorified
- you will have glorified
- he/she/it will have glorified
- we will have glorified
- you will have glorified
- they will have glorified
Conditionalis I
- ik zou uitdragen
- jij zou uitdragen
- hij/zij/het zou uitdragen
- wij zouden uitdragen
- jullie zouden uitdragen
- zij zouden uitdragen
Conditional present
- I would glorify
- you would glorify
- he/she/it would glorify
- we would glorify
- you would glorify
- they would glorify
Conditionalis II
- ik zou hebben uitgedragen
- jij zou hebben uitgedragen
- hij/zij/het zou hebben uitgedragen
- wij zouden hebben uitgedragen
- jullie zouden hebben uitgedragen
- zij zouden hebben uitgedragen
Conditional perfect
- I would have glorified
- you would have glorified
- he/she/it would have glorified
- we would have glorified
- you would have glorified
- they would have glorified
Imperatief
- jij draag uit
- jullie draagt uit
Imperative
- you glorify
- you glorify