Vervoeging van verbeelden
Onbepaalde wijs (infinitief): verbeelden
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verbeeld
- jij verbeeldt
- hij/zij/het verbeeldt
- wij verbeelden
- jullie verbeelden
- zij verbeelden
Indicativo presente
- yo retrato
- tú retratas
- él/ella retrata
- nosotros retratamos
- vosotros retratáis
- ellos/ellas retratan
Onvoltooid verleden tijd
- ik verbeeldde
- jij verbeeldde
- hij/zij/het verbeeldde
- wij verbeeldden
- jullie verbeeldden
- zij verbeeldden
Indefinido
- yo retraté
- tú retrataste
- él/ella retrató
- nosotros retratamos
- vosotros retratasteis
- ellos/ellas retrataron
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb verbeeld
- jij hebt verbeeld
- hij/zij/het heeft verbeeld
- wij hebben verbeeld
- jullie hebben verbeeld
- zij hebben verbeeld
Pretérito perfecto compuesto
- yo he retratado
- tú has retratado
- él/ella ha retratado
- nosotros hemos retratado
- vosotros habéis retratado
- ellos/ellas han retratado
Voltooid verleden tijd
- ik had verbeeld
- jij had verbeeld
- hij/zij/het had verbeeld
- wij hadden verbeeld
- jullie hadden verbeeld
- zij hadden verbeeld
Pluscuamperfecto
- yo había retratado
- tú habías retratado
- él/ella había retratado
- nosotros habíamos retratado
- vosotros habíais retratado
- ellos/ellas habían retratado
Toekomende tijd I
- ik zal verbeelden
- jij zult verbeelden
- hij/zij/het zal verbeelden
- wij zullen verbeelden
- jullie zullen verbeelden
- zij zullen verbeelden
Futuro I
- yo retrataré
- tú retratarás
- él/ella retratará
- nosotros retrataremos
- vosotros retrataréis
- ellos/ellas retratarán
Toekomende tijd II
- ik zal verbeeld hebben
- jij zult verbeeld hebben
- hij/zij/het zal verbeeld hebben
- wij zullen verbeeld hebben
- jullie zullen verbeeld hebben
- zij zullen verbeeld hebben
Futuro perfecto
- yo habré retratado
- tú habrás retratado
- él/ella habrá retratado
- nosotros habremos retratado
- vosotros habréis retratado
- ellos/ellas habrán retratado
Conditionalis I
- ik zou verbeelden
- jij zou verbeelden
- hij/zij/het zou verbeelden
- wij zouden verbeelden
- jullie zouden verbeelden
- zij zouden verbeelden
Condicional
- yo retrataría
- tú retratarías
- él/ella retrataría
- nosotros retrataríamos
- vosotros retrataríais
- ellos/ellas retratarían
Conditionalis II
- ik zou hebben verbeeld
- jij zou hebben verbeeld
- hij/zij/het zou hebben verbeeld
- wij zouden hebben verbeeld
- jullie zouden hebben verbeeld
- zij zouden hebben verbeeld
Condicional perfecto
- yo habría retratado
- tú habrías retratado
- él/ella habría retratado
- nosotros habríamos retratado
- vosotros habríais retratado
- ellos/ellas habrían retratado
Imperatief
- jij verbeeld
- jullie verbeeldt
Imperativo presente
- tú retrata
- vosotros retratad