Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik verga
  • jij vergaat
  • hij/zij/het vergaat
  • wij vergaan
  • jullie vergaan
  • zij vergaan

Present

  • I croak
  • you croak
  • he/she/it croaks
  • we croak
  • you croak
  • they croak

Onvoltooid verleden tijd

  • ik verging
  • jij verging
  • hij/zij/het verging
  • wij vergingen
  • jullie vergingen
  • zij vergingen

Simple past

  • I croaked
  • you croaked
  • he/she/it croaked
  • we croaked
  • you croaked
  • they croaked

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik ben vergaan
  • jij bent vergaan
  • hij/zij/het is vergaan
  • wij zijn vergaan
  • jullie zijn vergaan
  • zij zijn vergaan

Present perfect

  • I have croaked
  • you have croaked
  • he/she/it has croaked
  • we have croaked
  • you have croaked
  • they have croaked

Voltooid verleden tijd

  • ik was vergaan
  • jij was vergaan
  • hij/zij/het was vergaan
  • wij waren vergaan
  • jullie waren vergaan
  • zij waren vergaan

Past perfect

  • I had croaked
  • you had croaked
  • he/she/it had croaked
  • we had croaked
  • you had croaked
  • they had croaked

Toekomende tijd I

  • ik zal vergaan
  • jij zult vergaan
  • hij/zij/het zal vergaan
  • wij zullen vergaan
  • jullie zullen vergaan
  • zij zullen vergaan

Future

  • I will croak
  • you will croak
  • he/she/it will croak
  • we will croak
  • you will croak
  • they will croak

Toekomende tijd II

  • ik zal vergaan zijn
  • jij zult vergaan zijn
  • hij/zij/het zal vergaan zijn
  • wij zullen vergaan zijn
  • jullie zullen vergaan zijn
  • zij zullen vergaan zijn

Future perfect

  • I will have croaked
  • you will have croaked
  • he/she/it will have croaked
  • we will have croaked
  • you will have croaked
  • they will have croaked

Conditionalis I

  • ik zou vergaan
  • jij zou vergaan
  • hij/zij/het zou vergaan
  • wij zouden vergaan
  • jullie zouden vergaan
  • zij zouden vergaan

Conditional present

  • I would croak
  • you would croak
  • he/she/it would croak
  • we would croak
  • you would croak
  • they would croak

Conditionalis II

  • ik zou zijn vergaan
  • jij zou zijn vergaan
  • hij/zij/het zou zijn vergaan
  • wij zouden zijn vergaan
  • jullie zouden zijn vergaan
  • zij zouden zijn vergaan

Conditional perfect

  • I would have croaked
  • you would have croaked
  • he/she/it would have croaked
  • we would have croaked
  • you would have croaked
  • they would have croaked

Imperatief

  • jij verga
  • jullie vergaat

Imperative

  • you croak
  • you croak

Verwijzingen

Bekijk 4 definitie(s) van vergaan