Vervoeging van vermengen

Nederlands

Frans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik vermeng
  • jij vermengt
  • hij/zij/het vermengt
  • wij vermengen
  • jullie vermengen
  • zij vermengen

Présent

  • je retourne
  • tu retournes
  • il/elle retourne
  • nous retournons
  • vous retournez
  • ils/elles retournent

Onvoltooid verleden tijd

  • ik vermengde
  • jij vermengde
  • hij/zij/het vermengde
  • wij vermengden
  • jullie vermengden
  • zij vermengden

Indicatif imparfait

  • je retournais
  • tu retournais
  • il/elle retournait
  • nous retournions
  • vous retourniez
  • ils/elles retournaient

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb vermengd
  • jij hebt vermengd
  • hij/zij/het heeft vermengd
  • wij hebben vermengd
  • jullie hebben vermengd
  • zij hebben vermengd

Indicatif passé composé

  • je suis retourné(e)
  • tu es retourné(e)
  • il/elle est retourné(e)
  • nous sommes retourné(e)s
  • vous êtes retourné(e)(s)
  • ils/elles sont retourné(e)s

Voltooid verleden tijd

  • ik had vermengd
  • jij had vermengd
  • hij/zij/het had vermengd
  • wij hadden vermengd
  • jullie hadden vermengd
  • zij hadden vermengd

Indicatif plus-que-parfait

  • je étais retourné(e)
  • tu étais retourné(e)
  • il/elle était retourné(e)
  • nous étions retourné(e)s
  • vous étiez retourné(e)(s)
  • ils/elles étaient retourné(e)s

Toekomende tijd I

  • ik zal vermengen
  • jij zult vermengen
  • hij/zij/het zal vermengen
  • wij zullen vermengen
  • jullie zullen vermengen
  • zij zullen vermengen

Indicatif futur

  • je retournerai
  • tu retourneras
  • il/elle retournera
  • nous retournerons
  • vous retournerez
  • ils/elles retourneront

Toekomende tijd II

  • ik zal vermengd hebben
  • jij zult vermengd hebben
  • hij/zij/het zal vermengd hebben
  • wij zullen vermengd hebben
  • jullie zullen vermengd hebben
  • zij zullen vermengd hebben

Indicatif futur antérieur

  • je serai retourné(e)
  • tu seras retourné(e)
  • il/elle sera retourné(e)
  • nous serons retourné(e)s
  • vous serez retourné(e)(s)
  • ils/elles seront retourné(e)s

Conditionalis I

  • ik zou vermengen
  • jij zou vermengen
  • hij/zij/het zou vermengen
  • wij zouden vermengen
  • jullie zouden vermengen
  • zij zouden vermengen

Conditionnel présent

  • je retournerais
  • tu retournerais
  • il/elle retournerait
  • nous retournerions
  • vous retourneriez
  • ils/elles retourneraient

Conditionalis II

  • ik zou hebben vermengd
  • jij zou hebben vermengd
  • hij/zij/het zou hebben vermengd
  • wij zouden hebben vermengd
  • jullie zouden hebben vermengd
  • zij zouden hebben vermengd

Conditionnel passé (1ère forme)

  • je serais retourné(e)
  • tu serais retourné(e)
  • il/elle serait retourné(e)
  • nous serions retourné(e)s
  • vous seriez retourné(e)(s)
  • ils/elles seraient retourné(e)s

Imperatief

  • jij vermeng
  • jullie vermengt

Impératif

  • tu retourne
  • vous retournez

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van vermengen