Vervoeging van vermenigvuldigen
Onbepaalde wijs (infinitief): vermenigvuldigen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik vermenigvuldig
- jij vermenigvuldigt
- hij/zij/het vermenigvuldigt
- wij vermenigvuldigen
- jullie vermenigvuldigen
- zij vermenigvuldigen
Present
- I conglomerate
- you conglomerate
- he/she/it conglomerates
- we conglomerate
- you conglomerate
- they conglomerate
Onvoltooid verleden tijd
- ik vermenigvuldigde
- jij vermenigvuldigde
- hij/zij/het vermenigvuldigde
- wij vermenigvuldigden
- jullie vermenigvuldigden
- zij vermenigvuldigden
Simple past
- I conglomerated
- you conglomerated
- he/she/it conglomerated
- we conglomerated
- you conglomerated
- they conglomerated
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb vermenigvuldigd
- jij hebt vermenigvuldigd
- hij/zij/het heeft vermenigvuldigd
- wij hebben vermenigvuldigd
- jullie hebben vermenigvuldigd
- zij hebben vermenigvuldigd
Present perfect
- I have conglomerated
- you have conglomerated
- he/she/it has conglomerated
- we have conglomerated
- you have conglomerated
- they have conglomerated
Voltooid verleden tijd
- ik had vermenigvuldigd
- jij had vermenigvuldigd
- hij/zij/het had vermenigvuldigd
- wij hadden vermenigvuldigd
- jullie hadden vermenigvuldigd
- zij hadden vermenigvuldigd
Past perfect
- I had conglomerated
- you had conglomerated
- he/she/it had conglomerated
- we had conglomerated
- you had conglomerated
- they had conglomerated
Toekomende tijd I
- ik zal vermenigvuldigen
- jij zult vermenigvuldigen
- hij/zij/het zal vermenigvuldigen
- wij zullen vermenigvuldigen
- jullie zullen vermenigvuldigen
- zij zullen vermenigvuldigen
Future
- I will conglomerate
- you will conglomerate
- he/she/it will conglomerate
- we will conglomerate
- you will conglomerate
- they will conglomerate
Toekomende tijd II
- ik zal vermenigvuldigd hebben
- jij zult vermenigvuldigd hebben
- hij/zij/het zal vermenigvuldigd hebben
- wij zullen vermenigvuldigd hebben
- jullie zullen vermenigvuldigd hebben
- zij zullen vermenigvuldigd hebben
Future perfect
- I will have conglomerated
- you will have conglomerated
- he/she/it will have conglomerated
- we will have conglomerated
- you will have conglomerated
- they will have conglomerated
Conditionalis I
- ik zou vermenigvuldigen
- jij zou vermenigvuldigen
- hij/zij/het zou vermenigvuldigen
- wij zouden vermenigvuldigen
- jullie zouden vermenigvuldigen
- zij zouden vermenigvuldigen
Conditional present
- I would conglomerate
- you would conglomerate
- he/she/it would conglomerate
- we would conglomerate
- you would conglomerate
- they would conglomerate
Conditionalis II
- ik zou hebben vermenigvuldigd
- jij zou hebben vermenigvuldigd
- hij/zij/het zou hebben vermenigvuldigd
- wij zouden hebben vermenigvuldigd
- jullie zouden hebben vermenigvuldigd
- zij zouden hebben vermenigvuldigd
Conditional perfect
- I would have conglomerated
- you would have conglomerated
- he/she/it would have conglomerated
- we would have conglomerated
- you would have conglomerated
- they would have conglomerated
Imperatief
- jij vermenigvuldig
- jullie vermenigvuldigt
Imperative
- you conglomerate
- you conglomerate