Vervoeging van verrijzen

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik verrijs
  • jij verrijst
  • hij/zij/het verrijst
  • wij verrijzen
  • jullie verrijzen
  • zij verrijzen

Present

  • I rise
  • you rise
  • he/she/it rises
  • we rise
  • you rise
  • they rise

Onvoltooid verleden tijd

  • ik verrees
  • jij verrees
  • hij/zij/het verrees
  • wij verrezen
  • jullie verrezen
  • zij verrezen

Simple past

  • I rose
  • you rose
  • he/she/it rose
  • we rose
  • you rose
  • they rose

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik ben verrezen
  • jij bent verrezen
  • hij/zij/het is verrezen
  • wij zijn verrezen
  • jullie zijn verrezen
  • zij zijn verrezen

Present perfect

  • I have risen
  • you have risen
  • he/she/it has risen
  • we have risen
  • you have risen
  • they have risen

Voltooid verleden tijd

  • ik was verrezen
  • jij was verrezen
  • hij/zij/het was verrezen
  • wij waren verrezen
  • jullie waren verrezen
  • zij waren verrezen

Past perfect

  • I had risen
  • you had risen
  • he/she/it had risen
  • we had risen
  • you had risen
  • they had risen

Toekomende tijd I

  • ik zal verrijzen
  • jij zult verrijzen
  • hij/zij/het zal verrijzen
  • wij zullen verrijzen
  • jullie zullen verrijzen
  • zij zullen verrijzen

Future

  • I will rise
  • you will rise
  • he/she/it will rise
  • we will rise
  • you will rise
  • they will rise

Toekomende tijd II

  • ik zal verrezen zijn
  • jij zult verrezen zijn
  • hij/zij/het zal verrezen zijn
  • wij zullen verrezen zijn
  • jullie zullen verrezen zijn
  • zij zullen verrezen zijn

Future perfect

  • I will have risen
  • you will have risen
  • he/she/it will have risen
  • we will have risen
  • you will have risen
  • they will have risen

Conditionalis I

  • ik zou verrijzen
  • jij zou verrijzen
  • hij/zij/het zou verrijzen
  • wij zouden verrijzen
  • jullie zouden verrijzen
  • zij zouden verrijzen

Conditional present

  • I would rise
  • you would rise
  • he/she/it would rise
  • we would rise
  • you would rise
  • they would rise

Conditionalis II

  • ik zou zijn verrezen
  • jij zou zijn verrezen
  • hij/zij/het zou zijn verrezen
  • wij zouden zijn verrezen
  • jullie zouden zijn verrezen
  • zij zouden zijn verrezen

Conditional perfect

  • I would have risen
  • you would have risen
  • he/she/it would have risen
  • we would have risen
  • you would have risen
  • they would have risen

Imperatief

  • jij verrijs
  • jullie verrijst

Imperative

  • you rise
  • you rise

Verwijzingen

Bekijk 2 definitie(s) van verrijzen