Vervoeging van verstarren

Onbepaalde wijs (infinitief): verstarren

Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik verstar
    • jij verstart
    • hij/zij/het verstart
    • wij verstarren
    • jullie verstarren
    • zij verstarren
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik verstarde
    • jij verstarde
    • hij/zij/het verstarde
    • wij verstarden
    • jullie verstarden
    • zij verstarden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb verstard
    • jij hebt verstard
    • hij/zij/het heeft verstard
    • wij hebben verstard
    • jullie hebben verstard
    • zij hebben verstard
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had verstard
    • jij had verstard
    • hij/zij/het had verstard
    • wij hadden verstard
    • jullie hadden verstard
    • zij hadden verstard
  • Toekomende tijd I

    • ik zal verstarren
    • jij zult verstarren
    • hij/zij/het zal verstarren
    • wij zullen verstarren
    • jullie zullen verstarren
    • zij zullen verstarren
  • Toekomende tijd II

    • ik zal verstard hebben
    • jij zult verstard hebben
    • hij/zij/het zal verstard hebben
    • wij zullen verstard hebben
    • jullie zullen verstard hebben
    • zij zullen verstard hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou verstarren
    • jij zou verstarren
    • hij/zij/het zou verstarren
    • wij zouden verstarren
    • jullie zouden verstarren
    • zij zouden verstarren
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben verstard
    • jij zou hebben verstard
    • hij/zij/het zou hebben verstard
    • wij zouden hebben verstard
    • jullie zouden hebben verstard
    • zij zouden hebben verstard
  • Imperatief

    • jij verstar
    • jullie verstart