Vervoeging van wassen

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik was
  • jij wast
  • hij/zij/het wast
  • wij wassen
  • jullie wassen
  • zij wassen

Indicativo presente

  • yo mezclo
  • mezclas
  • él/ella mezcla
  • nosotros mezclamos
  • vosotros mezcláis
  • ellos/ellas mezclan

Onvoltooid verleden tijd

  • ik waste
  • jij waste
  • hij/zij/het waste
  • wij wasten
  • jullie wasten
  • zij wasten

Indefinido

  • yo mezclé
  • mezclaste
  • él/ella mezcló
  • nosotros mezclamos
  • vosotros mezclasteis
  • ellos/ellas mezclaron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gewassen
  • jij hebt gewassen
  • hij/zij/het heeft gewassen
  • wij hebben gewassen
  • jullie hebben gewassen
  • zij hebben gewassen

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he mezclado
  • has mezclado
  • él/ella ha mezclado
  • nosotros hemos mezclado
  • vosotros habéis mezclado
  • ellos/ellas han mezclado

Voltooid verleden tijd

  • ik had gewassen
  • jij had gewassen
  • hij/zij/het had gewassen
  • wij hadden gewassen
  • jullie hadden gewassen
  • zij hadden gewassen

Pluscuamperfecto

  • yo había mezclado
  • habías mezclado
  • él/ella había mezclado
  • nosotros habíamos mezclado
  • vosotros habíais mezclado
  • ellos/ellas habían mezclado

Toekomende tijd I

  • ik zal wassen
  • jij zult wassen
  • hij/zij/het zal wassen
  • wij zullen wassen
  • jullie zullen wassen
  • zij zullen wassen

Futuro I

  • yo mezclaré
  • mezclarás
  • él/ella mezclará
  • nosotros mezclaremos
  • vosotros mezclaréis
  • ellos/ellas mezclarán

Toekomende tijd II

  • ik zal gewassen hebben
  • jij zult gewassen hebben
  • hij/zij/het zal gewassen hebben
  • wij zullen gewassen hebben
  • jullie zullen gewassen hebben
  • zij zullen gewassen hebben

Futuro perfecto

  • yo habré mezclado
  • habrás mezclado
  • él/ella habrá mezclado
  • nosotros habremos mezclado
  • vosotros habréis mezclado
  • ellos/ellas habrán mezclado

Conditionalis I

  • ik zou wassen
  • jij zou wassen
  • hij/zij/het zou wassen
  • wij zouden wassen
  • jullie zouden wassen
  • zij zouden wassen

Condicional

  • yo mezclaría
  • mezclarías
  • él/ella mezclaría
  • nosotros mezclaríamos
  • vosotros mezclaríais
  • ellos/ellas mezclarían

Conditionalis II

  • ik zou hebben gewassen
  • jij zou hebben gewassen
  • hij/zij/het zou hebben gewassen
  • wij zouden hebben gewassen
  • jullie zouden hebben gewassen
  • zij zouden hebben gewassen

Condicional perfecto

  • yo habría mezclado
  • habrías mezclado
  • él/ella habría mezclado
  • nosotros habríamos mezclado
  • vosotros habríais mezclado
  • ellos/ellas habrían mezclado

Imperatief

  • jij was
  • jullie wast

Imperativo presente

  • mezcla
  • vosotros mezclad

Verwijzingen

Bekijk 6 definitie(s) van wassen