Vervoeging van wave
Onbepaalde wijs (infinitief): to wave
Engels
Nederlands
Present
- I wave
- you wave
- he/she/it waves
- we wave
- you wave
- they wave
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik watergolf
- jij watergolft
- hij/zij/het watergolft
- wij watergolven
- jullie watergolven
- zij watergolven
Simple past
- I waved
- you waved
- he/she/it waved
- we waved
- you waved
- they waved
Onvoltooid verleden tijd
- ik watergolfde
- jij watergolfde
- hij/zij/het watergolfde
- wij watergolfden
- jullie watergolfden
- zij watergolfden
Present perfect
- I have waved
- you have waved
- he/she/it has waved
- we have waved
- you have waved
- they have waved
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gewatergolfd
- jij hebt gewatergolfd
- hij/zij/het heeft gewatergolfd
- wij hebben gewatergolfd
- jullie hebben gewatergolfd
- zij hebben gewatergolfd
Past perfect
- I had waved
- you had waved
- he/she/it had waved
- we had waved
- you had waved
- they had waved
Voltooid verleden tijd
- ik had gewatergolfd
- jij had gewatergolfd
- hij/zij/het had gewatergolfd
- wij hadden gewatergolfd
- jullie hadden gewatergolfd
- zij hadden gewatergolfd
Future
- I will wave
- you will wave
- he/she/it will wave
- we will wave
- you will wave
- they will wave
Toekomende tijd I
- ik zal watergolven
- jij zult watergolven
- hij/zij/het zal watergolven
- wij zullen watergolven
- jullie zullen watergolven
- zij zullen watergolven
Future perfect
- I will have waved
- you will have waved
- he/she/it will have waved
- we will have waved
- you will have waved
- they will have waved
Toekomende tijd II
- ik zal gewatergolfd hebben
- jij zult gewatergolfd hebben
- hij/zij/het zal gewatergolfd hebben
- wij zullen gewatergolfd hebben
- jullie zullen gewatergolfd hebben
- zij zullen gewatergolfd hebben
Conditional present
- I would wave
- you would wave
- he/she/it would wave
- we would wave
- you would wave
- they would wave
Conditionalis I
- ik zou watergolven
- jij zou watergolven
- hij/zij/het zou watergolven
- wij zouden watergolven
- jullie zouden watergolven
- zij zouden watergolven
Conditional perfect
- I would have waved
- you would have waved
- he/she/it would have waved
- we would have waved
- you would have waved
- they would have waved
Conditionalis II
- ik zou hebben gewatergolfd
- jij zou hebben gewatergolfd
- hij/zij/het zou hebben gewatergolfd
- wij zouden hebben gewatergolfd
- jullie zouden hebben gewatergolfd
- zij zouden hebben gewatergolfd
Imperative
- you wave
- you wave
Imperatief
- jij watergolf
- jullie watergolft